Vlinder achterna
Geruisloos kroop het treintje de berghelling op, aan weerszijden bomen, hoge stammen met een kruin. Nou ja, geruisloos, voor zover een treintje met metalen wielen op metalen rails geruisloos kon zijn. Het open raampje deed mijn haren wapperen, ik zat alleen in de coupé, de laatste reizigers, en dat waren er al niet veel, waren een kilometer of wat uitgestapt bij een pittoresk stationnetje. Ik reed door naar het eindpunt ergens in de middle of nowhere. Er waren daar alleen maar bossen zei de kaart. Ik hield van bossen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb