Na een lange reis westwaarts door Ierland belandde ik in Ifreann waar het land ophoudt en de oceaan begint. Vanuit mijn auto op de kade keek ik over de pittoreske haven. Vissersbootjes in primaire kleuren schommelden op de deining. Boven de zee pakten donkere wolken samen. Ik had uren kunnen blijven turen als mijn aandacht niet gewekt was door een geluid dat ik niet meteen thuis kon brengen. Het duurde even, voordat ik kon traceren vanwaar het klonk. Het was zingen, een vrouwelijke zangstem. Geïntrigeerd door de onweerstaanbare melodie stapte ik uit om poolshoogte te nemen. Het kwam aan de overkant vandaan waar een pub was, The Scarlet Spider genaamd, met een toepasselijk uithangbord waarop een vuurrode spin in een web hing. Het was geen lieverdje, het had priemende ogen en een bek vol puntige tanden. Op dat moment herkende ik de waarschuwing niet.
Binnen trof ik een sfeervolle, maar verder lege gelagkamer waar een rossige dame van een jaar of dertig bierglazen spoelde. Ondertussen zong ze uit volle borst haar lied in zulk onversneden Gaelic dat er aan de tekst geen touw was vast te knopen. Hoe meer ik in haar buurt kwam, hoe meer haar zang mij bekoorde. Hoewel ze me niet aankeek, moest ze me wel binnen hebben zien komen, want ze tapte ongevraagd een pint of lager en zette die voor mij op de bar. Ondertussen ging haar lied onafgebroken door, zuiver en puur. Ik was met stomheid geslagen. Mij restte niet meer dan haar stilzwijgend te bewonderen.
Toen de slotklanken wegebden en stilte de pub vulde, kon ik de zangeres slechts aangapen. Ik leek vastgeplakt aan de barkruk. Haar zware boezem ging flink op en neer. Het zingen had haar blijkbaar meer inspanning gekost, dan ik vermoed had. Ze lachte verleidelijk en had sproeten zo ver het oog reikte. Ik besefte het nog niet, maar ik zat in haar web. Of ik iets wilde eten, vroeg ze. Fish and chips bijvoorbeeld, haar specialiteit. Het was precies waar ik zin in had. Ik hoorde haar rommelen in het keukentje achter de bar. Er dreef een frituurlucht het café binnen. Even later kwam ze met een dampend bord. Ze tapte nog een pint.
Haar naam was Carrion, ik was haar enige klant. Op maandagavonden was het meestal stil in de pub. Dan verwerkten de dorpsbewoners hun kater van het weekend. Ze lachte breed en keek belangstellend toe hoe ik van haar maaltijd at. Of het lekker was. Ik knikte met volle mond en lachte terug. Haar strakke truitje trok mijn belangstelling. Het decolleté was diep, haar besproete borsten dienden zich brutaal aan. Ze zag me kijken. Streek haar truitje glad. Lachte wulps. Pikte een patatje van mijn bord.
We namen plaats aan een tafeltje. Ik moest haar koffie proeven en haar zelfgebakken, veel te zoete taart. We kletsten elkaar de oren van het hoofd, ik in mijn onbeholpen, zij in het van Iers dialect en accent doordrenkte Engels. Aan halve woorden hadden we genoeg om elkaar te begrijpen en elkaar aan het lachten te maken. Er was eigenlijk geen taalbarrière tussen ons, terwijl tegelijkertijd alles taal was, verbaal en non-verbaal, bedoeld en onbedoeld, eenduidig en dubbelzinnig. Op een bepaald moment raakte ze mijn handen aan en praatten we verder met ineengestrengelde vingers. Of ze wist hoe mooi ze kon zingen. Natuurlijk wist ze dat. Als ze er een man mee naar binnen kon lokken. Waarom waren hier dan eigenlijk niet nog veel meer mannen? Omdat het lied gezongen was op mijn frequentie, zodat alleen ik het kon horen. Hoe zij mijn frequentie dan kende? Ze gaf geen antwoord, maar lachte in plaats daarvan haar tanden bloot.
Nog steeds waren er geen andere klanten binnengekomen. Het was prima zo. Ik moest er niet aan denken haar met anderen te moeten delen. Of ik de lokale whisky wilde proeven. Ze had de fles en glazen al neergezet, voordat ik antwoord had kunnen geven. Zelfs de lucht van de alcohol was bedwelmend en toen ik na een half glas van de lekkerste whisky die ik ooit had geproefd het toilet wilde bezoeken moest ik me vasthouden aan de tafeltjes die ik passeerde. Achter mijn rug hoorde ik Carrion lachen. Ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat er iets vals in doorklonk. Maar alcohol vertekent de werkelijkheid.
Bij mijn terugkomst had ze geen truitje meer aan. Er restte niets meer dan een hemdje, zelfs een bh ontbrak. Haar borsten drongen zich ongegeneerd aan me op. Ze werkten als magneten voor mijn ogen. Of ik naar haar nipples keek, wilde ze weten. Nee. Een beetje maar. Ik voelde mijn wangen gloeien. Ik bloosde. Of was het de whisky? Ze schonk me bij, nam zelf ook nog een glas.
Op haar bovenarm had ze een tatoeage, een rode spin. Ik kon mijn handen niet langer thuishouden en hield haar arm vast om goed te kunnen kijken en wreef over de spin. Carrion keek mee hoe mijn hand over haar spin ging en over de rest van haar sproetige bovenarm en schouder. Het bandje van haar hemd zakte omlaag, de rand van het hemdje bleef hangen op haar tepel. Schijnbaar onverstoorbaar dronk ze van haar whisky waarmee ze mijn opwinding alleen maar verder aanwakkerde. Mocht ik het randje van haar hemd een vingertje helpen de punt te slechten? Waren we niet allang the point of no return voorbij?
Opeens waren ze er, allebei, de roze en zuigbare middelpunten van haar forse, maar aaibare knoepers vol sproeten. Alsof ze me voordeed hoe het moest, pakte Carrion de tepels van beide borsten tussen duim en wijsvinger en trok eraan. Tijdens deze handeling bleef ze me onverstoorbaar aankijken. Toen was het mijn beurt. Terwijl mijn warme handen haar koele borsten beroerden, zette Carrion opnieuw een lied in. Ze zong zacht dit keer, melodieus, misschien was het een slaapliedje, want ze sloot haar ogen. Of was dat, omdat ze genoot van mijn vingers die haar bepotelden en opwinding brachten? De trilling van haar stem verplaatste zich via haar borsten in mijn vingers die zich aanpasten aan het ritme van het lied. Verbeeldde ik het me of raakte ze echt een beetje van de wijs als ik mijn greep verstevigde? Haar oogleden weken even, maar haar ogen hadden geen focus. Halverwege een zin verviel ze in een langgerekte aaah die nog enigszins de melodie scheen aan te houden, maar al snel een eigen leven ging leiden en aanhield. Er werd niet meer gezongen, het waren de uithalen en oerkreten van een vrouw die langzaam in extase raakte.
Net toen ik op het punt stond een volgende stap in onze amoureuze uitspatting te zetten opende Carrion haar ogen. Ik schrok van haar grote pupillen die het blauw van haar irissen tot een minimum had teruggebracht. Het leek alsof ik in twee lege gaten keek. Van schrik liet ik haar borsten los. Zwijgend kwam ze overeind, liep naar de voordeur, sloot die af met een sleutel, schoof er een drietal knippen op en liep door naar een deur waarop private stond. Aangezien die open bleef staan, leek het me duidelijk dat ik haar moest volgen. Helemaal zeker van mijn zaak was ik niet. Toen ik Carrion het lied hoorde hervatten dat ze door mijn toedoen had onderbroken, duwde ik de deur verder open.
Carrion stond met haar rug naar mij toe, naakt voor een wastafel en een spiegel waarin ik haar gezicht zag. Haar glimlach was terug en haar ogen stonden weer vrolijk. Ze waste zichzelf met een washandje en een stukje zeep. Het was een adembenemend schouwspel: een naakte vrouw, van top tot teen bedekt met sproeten, rood haar, prachtige billen, zingend en zichzelf wassend. Het had een schilderij kunnen zijn, maar het was echt. Het was zo echt! Ik raakte Carrions natte schouders aan. Ze was royaal met water, koud water, dat uit het kraantje bleef stromen dat ze wijd open had gezet. Haar borsten dropen en waren glad van de geurende zeep. Ze liet de washand over mijn handen en armen gaan. Ik gleed mee over haar buik, langs haar navel, tot waar ik stugge haartjes voelde.
Toen ze haar hoofd naar mijn oor draaide, galmde haar lied in mijn gehoorgang. Het veroorzaakte kippenvel en de definitieve oprichting van mijn penis, die zich tot dan toe in lichte staat van zwelling had bevonden. Ik duwde mijn kruis tegen Carrions kont en zij duwde terug. Het washandje veranderde van hand, haar hand werd mijn hand, het was duidelijk wat me te doen stond. Mijn druipnatte hand ging over haar rug. Het koude water deed haar huiveren. De druppels liepen over en tussen haar billen, mijn hand volgde het spoor. Behulpzaam zette ze haar benen uit elkaar. Alsof ik nooit anders had gedaan waste ik zorgvuldig haar achterwerk, het was een genot om te doen. Weer begon de melodielijn van haar lied te zwabberen. Als laatste deed ik haar benen en voeten, die ze als een paard waarvan de hoeven worden beslagen, een voor een optilde.
Vervolgens liet ze zich gewillig afdrogen. Ik deed het zacht en met beleid. Streek teder over haar gevoelige tepels, en nam de tijd voor haar schaamstreek. Liet daar per ongeluk mijn hand even uitschieten, zodat ik kon constateren dat haar vulva nat en willig was. Haar zang was weer gestopt, haar ogen waren weer gesloten. Ze was stil, ze ademde, ze bewoog haar schaamlippen tegen mijn hand. Het geluid dat uit haar keel opklonk, had nog het meeste weg van grommen. Voor iemand die zonet nog prachtig zong waren het onvoorstelbare klanken. Het duurde even voordat tot me doordrong dat ze iets zei.
‘I will wash you.’
Het was een logisch vervolg op wat was voorafgegaan. Carrion was schoon, ik moest het nog worden. Het voelde haast als een religieus ritueel, alsof ik gedoopt werd, alsof ik teruggebracht moest worden tot mijn schone lijf, haast als het prepareren van een overledene. Nadat ik me had uitgekleed ging Carrion minutieus te werk. Ook ik moest huiveren van het koude water, ook ik ging geuren naar de zeep waarnaar Carrion al rook. Ze waste mijn fiere stijve, die geen krimp gaf in het koude water, hooguit mijn testikels hadden de neiging de warmte van mijn onderbuik op te zoeken. Terwijl ze mijn reet sopte, beet ze in mijn rug en schouder. Uitdagend hard eigenlijk, maar ik gaf geen krimp.
Met gloeiende huid nam ik uiteindelijk plaats in het houten ledikant dat zachtjes kraakte toen ik me uitstrekte, terwijl Carrion overal in de kamer kaarsjes ontstak. Het was zo geil dat naakte lichaam door de schemerachtige kamer te zien gaan. Ik verheugde me op wat komen ging. Het zou mijn allereerste keer met een Ierse zijn, maar op dit moment kon het me niet schelen welke nationaliteit zich tegen me aan zou vlijen.
“Eat my pussy,” was de mededeling waarmee Carrion bovenop me klom, haar Irish cunt net boven mijn gezicht. Vol overtuiging duwde ik mijn gezicht in haar natte kruis, een kind dat in een snoepdoos dook. Ze rook naar de zeep, maar smaakte zoetig. Misschien was mijn verbeelding op hol geslagen, maar het leek alsof ik Guinness proefde. Zonder al te veel kracht van mijn tong weken haar schaamlippen, alsof ze blij waren eindelijk hun schatten prijs te kunnen geven. Een van die schatten was haar clitoris die als een pareltje haar kut versierde. Carrion had haar handen achter mijn hoofd gelegd om mijn gezicht nog dieper tussen haar benen te drukken. Ik at pussy alsof mijn leven er vanaf hing. Elke gelegenheid om adem te kunnen halen moest ik te baat nemen, wilde ik niet stikken in haar royaal vloeiende Guinness. De slaapkamer vulde zich met Carrions neuriënde manier van kreunen. Opnieuw muziek die me betoverde. Als het gekund had, was ik dieper in haar gekropen dan ik nu al deed. Ik had nog een troef in handen om dat daadwerkelijk te realiseren, mijn stijve pik die mijn mond en tong met afgunst aanschouwde. Zijn beurt zou heus wel komen, ondertussen kon hij zich verlekkeren en verder oppompen. Mogelijk de helft van al mijn bloed was opgenomen in mijn zwellichamen. Mijn handen omstuwden Carrions stevige kont alsof ze nooit meer los zouden laten.
Of het kwam door het gebrek aan zuurstof of gewoon door het onmogelijke peil van opwinding dat ik had bereikt: het was alsof ik hallucineerde. Althans, Carrions overvloed aan sproeten, die doorliep tot in haar intiemste delen, leek te veranderen in een roodbruine vacht. Ik voelde het op haar bovenbenen, haar billen, haar rug. Het was niet dat ik geschokt was of zo, wel aangenaam verrukt over die gekke, ongewone, uitzonderlijke metamorfose die Carrion doormaakte. Wat stond mij nog te wachten met deze vrouw, die, toen ze haar onderlijf naar onderen had gewerkt, zich ontpopte als een waar neukmonster. Als een gretige bek had haar Guinnessmuil mijn paal naar binnen geslokt. Het scheelde niet veel of ze zou erop gaan kauwen, verwachtte ik.
Gênant luidruchtig slurpende geluiden vulden de slaapkamer. Gecombineerd met Carrions aanhoudende geneurie en gekreun en het steeds luider krakende ledikant vormde het een ware potpourri. En ik zweer het, ook over haar borsten en haar gezicht lag een dunne rode vacht. Ze omklemde me alsof ze nooit meer los zou laten, haar armen om mijn nek en haar benen om mijn benen. Bij iedere beweging van haar onderbuik bracht ze het onvermijdelijke moment van mijn ejaculatie dichterbij. Even dacht ik, het was echt onzinnig, dat ze me zo stevig in haar greep hield, dat er naast haar normale ledematen extra armen en benen aan het werk waren om mij tegen zich aan te drukken. Alleen voor onze kruizen was nog ruimte op en neer te wippen, met als nuance dat ik diep in haar doordrong of nóg dieper. Aan Carrions gegrom te horen kon haar orgasme niet ver meer zijn. We zouden samen komen, alles in mijn lijf wees op een nabij en weergaloos klaarkomen. Voor zover het kon, strekte ik mijn pik nog verder uit in Carrions schede. Ik gromde mee. Toen kwam het.
Er zijn geen woorden voor de top die Carrion en ik daar, in The Scarlet Spider in Ifreann, in West-Ierland, bereikten. Stel ik zou het woord ‘overweldigend’ gebruiken. Dat was niet wat Carrion en mij daar overkwam, overweldigend is een bleek aftreksel van het woord dat enigszins in de buurt zou komen. Ik zwijg er liever over. Het was zo goddelijk, dat God jaloers omlaag keek. Het was zo goed, dat Carrion en ik de rest van onze levens hadden willen geven om in de extase te blijven die ons te pakken nam. Het kostte zeker tien minuten om uit onze roes te ontwaken. Ik stak nog altijd stijf in Carrions warme kut. Misschien dat ik voortaan door het leven moest met een permanente erectie.
Carrion fluisterde iets in mijn oor. Ze moest het herhalen, want ik verstond het niet. Iets wat klonk als eat. Of ik eten wilde? Na deze tomeloze wip? Dat was het laatste waar ik behoefte aan had. Ze had het over Scarlet Spider. Wat wilde ze? Ik voelde hoe ik uit haar gleed. Ze kwam naast me liggen, sprak iets harder nu. Of ik wist wat het vrouwtje van de rode spin deed. Na de paring. We keken elkaar aan, onze ogen waren nog geen tien centimeter van elkaar. Carrions warme adem streelde mijn gezicht. Ze rook naar whisky. Nee, geen idee wat die spin deed. Ze verblikte noch verbloosde toen ze het zei.
“Ze eet het mannetje op.”
Voordat ik wist wat er gebeurde, beet ze in mijn oorlel en gromde.
Reactie plaatsen
Reacties