
De zitkamer van Villa Sensualitat is kolossaal en warm. In de open haard laaien de vlammen hoog op. Op de vloer ervoor ligt een hoogpolig kleed, bloedrood en rechthoekig, zeker vier meter lang. Evenwijdig staat een crèmewitte loungebank die nog langer is, het leer strak en nieuw, alsof er zelden iemand op gezeten heeft. Hoewel de kamer ruimte biedt aan een royaal gezelschap zijn er slechts vier personen aanwezig, vier lange rijzige gestaltes in donkerblauwe pakken. Mannen met stropdassen, dure horloges en gepoetste schoenen, heren eerder, met grijzig haar en hoornen brillen. Niet oud of bejaard, wel op leeftijd, gearriveerde mannen, mannen met uitstraling, mannen met cachet. Ze moeten het niet hebben van harde stemmen of overdreven mimiek om zich uit te drukken, hun geluid is kalm, het volume laag, het gaat om de inhoud van wat ze zeggen, niet om de vorm. Ze knikken, glimlachen, geven respons wanneer nodig. Ze drinken uit bolle glazen die in de holtes van hun handen passen, handen zonder ringen, vingers met verzorgde nagels.
Wanneer een slanke dame in een donkerpaars mantelpak de kamer betreedt - tikkende hakken op de zwarte tegels en een dansende kastanjebruine paardenstaart - en in haar handen klapt, begrijpen ze de boodschap en nemen naast elkaar plaats op de ruime bank tegenover het knapperende haardvuur, het rode vloerkleed als een bloedstollende accessoire uit een film. De geur van smeulend hout en de smaak van sterke drank maakt de atmosfeer rokerig. De kostuums zijn eigenlijk te warm en in afwachting van wat komen gaat trekken de heren, de een na de ander, het colbertje uit en draperen het over de achterleuning van de bank. De witte overhemden zijn smetteloos en strak gestreken, de vouwen staan in de mouwen. Door het katoen schemeren de contouren van witte singlets. Stilzwijgend wordt er van de drank genipt.
De twee dames die even later het kleed oplopen zijn blootsvoets met rood gelakte teennagels en dragen niet meer dan prachtige lingerie, beha’s die volle borsten omsluiten en gedurfd ontworpen strings die de billen blootgeven, maar de kruisen verhullen met fantasievolle patronen. Het zijn lange, slanke dames, de een roomwit en blond, de ander chocoladebruin en zwart. De witte dame draagt doorschijnend zwart ondergoed, de donkere dame zilverwit. Ze staan tegenover elkaar, de donkere dame lijkt net iets langer. Ze leggen de handen op elkaars heupen, buigen licht naar voren en kussen elkaar op de mond. Ook de vingernagels zijn gelakt, voor de oplettende kijkers in dezelfde kleur rood als het carpet. In eerste instantie is het kussen aftastend en onderzoekend, maar alras bewegen de zoekende lippen wellustig over elkaar. De neuzen botsen zacht, de ogen gaan langere tijd dicht, terwijl de monden wijder opengaan. Er komt een moment dat het kussen wild wordt, geil en opgewonden. De handen op de heupen grijpen steviger vast. De borsten in de beha’s bewegen op de toenemende opwinding, ze deinen mee op de versnelde ademhaling.
De dame in het paarse mantelpak is op de achtergrond aanwezig, haar hand omklemd de hals van een fles zonder kurk. Haar aandacht gaat uit naar de glazen in de mannenhanden, de stroperige inhouden die mondjesmaat in keelgaten verdwijnen. Elk glas kan bijgevuld, ze begint links, bedient van achteren, brengt haar arm naar voren en laat de vloeistof stromen. Bescheiden porties, straks nog een scheutje, slokje voor slokje, scheutje voor scheutje. De man uiterst rechts pakt onverwacht haar pols beet, zacht, maar dwingend, zodat een flinke scheut in zijn glas belandt. Hij kijkt om, grijnst en neemt de fles af. Het brengt haar in verwarring, het gaat niet volgens het protocol, ze is haar fles kwijt. Dat niet alleen, de grip van de man verstevigt, hij trekt zo hard aan haar arm dat ze over de leuning van de bank moet buigen. Dan komt ook de man ernaast in actie die haar in haar kraag vat en over de leuning trekt. Ze houdt het niet, voor ze het weet, ligt haar bovenlijf over de bovenbenen van de rechter man. Ze ademt op zijn gebolde kruis.
De zwarte en de witte vrouw op het rode vloerkleed kussen hartstochtelijk verder. Hun handen haken elkaars beha los en het ontbloten van de aantrekkelijke borsten laat de bank zuchten. Niemand merkt het op, maar de man uiterst links ritst zijn gulp los, terwijl zijn ogen uitpuilen bij het zien van twee paar borsten die zo wonderschoon zijn dat het voor een moment zijn adem laat stokken. Het vlees beweegt, in slow motion zo lijkt het wel. De witte vrouw heeft roze tepels, de donkere vrouw donkerbruine, zwart haast. Ze drukken zich tegen elkaar, ze drukken hun ronde borsten plat, ze tongen zonder ophouden, de ruggen hol, de billen naar achteren.
Het ontgaat de vrouw in het paarse mantelpak, haar geopende mond op de broek van een van de mannen die gretiger uit zijn glas drinkt, onbeheerst, lijkt wel. De man ter rechterzijde heeft zijn lege rechterhand onder haar rok gestoken, zoekend, vindend, voelend. Het is niet bedoeling dat zij deel uitmaakt van…, haar rol is uitsluitend bedoeld om… Ze is goed met het protocol, de correcte omgangsvormen, de lege glazen vullen, tevredenheid creëren. Wat nu, nu een vinger in het kruisje van haar broekje haakt en het langs haar lange slanke benen omlaag wordt getrokken? Terwijl de andere man met haar kastanjebruine paardenstaart speelt, het elastiek vindt en het eruit trekt. Met haar mond voelt ze de verdikking achter de stof van zijn broek.
Er zijn nu vier heren die onderuitgezakt op de witte leren bank hun gulp hebben los geritst, er zijn twee vrijwel naakte dames, de een bruin, de ander wit, die voorovergebogen, de borsten bungelend, de kop richting het oplaaiend vuur, met slanke vingers de billen spreiden, zodat de string die hun beider aars passeert zonder hindernis aanschouwd kan worden. En er is een dame in een mantelpak die ontdaan is van haar smetteloos witte slipje en nu ook haar rok dreigt kwijt te raken. Vier mannenhanden betasten haar ongebreideld op de plek waar ze niet vaak door vier mannenhanden betast wordt. Ze voelt nattigheid en de mannen voelen het ook. De meest rechtse buigt zijn gezicht omlaag en proeft het geil. Een eeltige vinger glijdt in en uit, lijkt zich kind aan huis te voelen. Paars mantelpakje zucht.
Als achteruit inparkerende autootjes met brede bumpers schuifelen de ontblote derrières dichterbij over het doorbloede tapijtje. Het weinige textiel afstropen is voor de heren op de crèmekleurige bank een simpele handeling die met enige gretigheid plaatsvindt. Zij zetten er zelfs de glazen voor op de grond, veilig voor omverschoppen, dichtbij genoeg om straks weer door te nippen. Lenig stappen de rondkontige vrouwen uit hun string. Terug vooroverbuigend tonen ze hun rozekleurige essentie, wulps doorbloede lippen zacht glanzend van vaginaal vocht. Erboven, diep in de bilnaad, de strak gesloten sterren, smaakmakers in een zinderende atmosfeer. Steels kijken ze om, de meiden van plezier, bijna tegelijkertijd, als tochtig vee, bereid om bereden te worden door stieren met kloten als golfballen.
Het is zeker de drank die benevelt en grenzen wegneemt, maar de geur van de drie damesbroekjes zet de zaak pas echt op scherp. De man links likt zelfs ongegeneerd aan het kruis van de string van de gekleurde vrouw waarna hij zijn hand direct in zijn openstaande gulp steekt en zich in zijn broek begint te betasten. Het heerschap ernaast drukt het broekje van de witte vrouw tegen zijn neusgaten om eraan te snuiven alsof hij aan de beademing ligt. Zijn broek en onderbroek zijn al omlaag gezakt en hij trekt zijn voorhuid op en neer over zijn vochtige eikel. Op rechts zijn andere stappen gezet waar mantelpakje uit haar bovenkleding is gepeld en nu, slechts gekleed in een beha, een van de twee mannen oraal bedient. Het is een ander protocol dan zij verwachtte, maar haar improvisatietalent blijkt ongekend en bezorgt vreugde. De vingers van de tweede man, die rustig in en uit bewegen, zwepen haar libido verder op.
Geile druppels als helder bronwater sijpelen uit hete schedes omlaag langs de binnenkant van dijen. De donkere dame druipt bijkans, alsof ze haar sponsje heeft uitgeknepen. De man die haar likt, proeft het aanstootgevende zilt dat zijn dooraderde roede nog verder doet verstijven. Het proces dat gaande is, is onomkeerbaar, het zijn flinke wolken waaruit het wel móét gaan regenen. De dame snuift en briest, niets dierlijks is haar vreemd, opnieuw trekt ze de fraaie ronde delen van haar achterwerk van elkaar om de tong in al haar intimiteit toe te laten. Haar ogen zijn gesloten, de haard biedt hitte, de man geeft genot.
Haar buurvrouw ontvangt de kerel meteen in haar zalvende gang der lusten, tot aan zijn slingerende scrotum duikt hij er smakkend in, om meteen een kalm ritme in te zetten van terugtrekken en binnenstoten. Als een ruiter op een merrie zonder leidsels grijpt hij haar bij de manen, waardoor haar rug holt en haar ronde reet steviger tegen zijn onderbuik botst. Hij geeft haar de sporen, zij laat zich rijden en temmen, met graagte vastgezet op zijn pin van verrukking. Het geluid dat zij laat horen heeft inderdaad iets weg van hinniken, hoewel verbeelding op de loer ligt.
Duidelijker en verklaarbaarder is het geluid dat voormalig mantelpakje voortbrengt, betrokken in de moeder aller copulaties. Luidruchtig laat ze haar euforie horen veroorzaakt door de bankzitters van de rechterzijde die haar standrechtelijk in beschikbare lichaamsholtes nemen. Het heeft iets van een octopus met een twaalftal tentakels, naakte armen en benen, die zich kronkelend wentelt in een nieuw ontdekte wereld die uitspatting heet. De vloer van de eerst zo nette zitkamer van Villa Sensualitat ligt ondertussen bezaaid met talloze kledingstukken, van kreukelige overhemden en witte hemden, tot nonchalant uitgeschopte schoenen en vrouwelijke lingerie. Een leeg glas ligt op zijn kant naast de bank. Het weerkaatst de oranje gloed van het oplaaiend vuur.
Mensen in extase kunnen niet meer denken, ze kunnen slechts doen, eenvoudige monotone handelingen en bewegingen. Het gaat vanzelf, in en uit, op en neer. De bijbehorende taal grijpt terug op brabbeltaal, kretologie, wartaal. Oerkreten zijn het die ook in de jungle zijn te horen. De krioelende bende bedrijft extatische seks op het bloedrode kleed voor het bloedhete vuur. Het wisselen van partner in het heetst van de strijd is een vast onderdeel: de ene pik is de andere niet, elke vagina biedt andere geneugten, elke nieuwe tiet is lekkerder, elke eikel of zak proeft anders, elke aars is nog strakker. Er alleen al aan denken doet duizelen. Maar dat is dus het punt: denken kan niet meer, slechts doen lukt.
Voorheen paars mantelpakje krijgt haar verdiende orgasme als laatste als de zwarte vrouw haar clitoris likt en de witte haar tepels zuigt. Het heerschap van vier hangt dan al afgepaald in de ringen, dat wil zeggen op de witcrème bank, spelend met hun slap geworden geslachtsdelen die nadruppelend geen schim zijn van wat ze op hun hoogtepunt waren. De jakhalsachtige kreet waarmee mantelpak haar climax uit klinkt aanstellerig nu hun hormoonspiegel daalt tot normaal. Wat doen die wijven daar, die laagbijdegrondse lesbiennes met hun nymfomanische gedoetje? Het wordt tijd, zeggen de protserige horloges om de mannenpolsen, dat die kutjes het veld ruimen. Er staan belangrijke zaken op het spel. Opeens begint de penetrante geur van transpiratie een prominente rol te spelen.
Mantalpakje is zo klaar als een klontje, haar gezwollen labia zoemen na van het likken, haar tepels tintelen de tent uit van het zuigen. Toch keert haar discipline dwars door de zinderingen heen terug en komt het protocol voorzichtig weer in beeld. Ze staat op, druppelt druipend sperma rond, maar weet grip te krijgen door de fles te pakken en in te schenken. Daarmee keert de rust terug, het overzicht, de reden van de bijeenkomst. Uiteraard laat het vrouwelijk naakt dat rondhangt op het kleed de mannen niet onberoerd, maar de zwellichamen stromen niet vol met bloed. Niet helemaal althans, het komt niet verder dan onvoldragen erecties.
De oogverblindend fraaie dames zoeken de kledingstukken bij elkaar: de hemden, de onderbroeken, de overhemden, de kostuums, de stropdassen. Uiteindelijk strikt elke man de veters van zijn nog altijd glimmende schoenen. Ze kunnen ermee door, zien er opeens weer netjes uit, handen door het haar fatsoeneren grijze kapsels. Natuurlijk ruiken de vingers naar de bewogen ingangen die ze betraden, zeker hangt in de neuzen de geur van ranzig geil, absoluut jeuken de eikels van dampende seks, zonder twijfel proeven de mannenlippen naar kruidige vrouwenonderkantjes. Maar de drank die genipt wordt, verhult veel.
Ineens zijn ze weg, de zwarte en de witte vrouw. De vrouw in de paarse mantelpak staat als herboren bij de buffetkast om een nieuwe fles te openen. Met een glimlachje vult ze de glazen bij van de mannen die in een ruime kring bij elkaar staan en de toestand in de wereld bespreken. Het ontgaat niemand, zeker paars mantelpakje niet, dat er een belletje schelt. Iedereen weet wat dat betekent, zeker de vrouw in het paarse pakje. Ze strijkt haar rok glad over haar billen. Haar smetteloos witte onderbroek is weg, geen idee waar die is gebleven. Wulpser dan voorheen, gevolgd door vier paar gretige ogen, stapt ze naar de deur en opent deze op een kier. Ja, daar is ze, de minister en haar gevolg.
Paars mantelpakje weet dat de minister graag koude witte wijn drinkt. Het beslagen glas dat ze aanbiedt op een klein rond dienblaadje wordt dan ook met een glimlach ontvangen.
‘Dat paars staat je hartstikke goed, Carol.’
Carol bloost. ‘Dank u, minister.’
‘Wacht ‘s.’ De minister, een struise roodharige met een zware boezem, trekt een papieren zakdoekje uit haar diepe decolleté. ‘Je hebt iets op je wang.’ Ze strijkt de uitgevouwen zakdoek langs Carols linkerwang. ‘Ik weet niet wat het is, als ik niet wist dat je zo’n oplettende vrouw bent, zou ik zomaar kunnen denken dat het sperma is.’ Ze schatert om haar eigen grap en de heren lachen hartelijk mee. Ondeugend mens, die minister.
Carol buigt haar knalrode kop omlaag. De minister staat op hakken waarvan de linker pontificaal op haar verloren gewaande slipje rust. Om precies te zijn op het kruisje. Carol voelt het onder haar rok.
Het is tijd voor het protocol, denkt ze, om te beginnen het bijschenken van de heren in pak. Die lijken nooit verzadigd te zijn.
Reactie plaatsen
Reacties
En met wie identificeert de schrijfster zich het meest? Spannende setting en een lekker verhaal. Met een onverwachte slotwending. Met plezier gelezen. Dank je.