Vrouwentongen

Gepubliceerd op 21 december 2023 om 16:45

Ik lag op mijn rug in het gras en boven mij strekte zich het uitspansel uit met alles wat daarin is. Het was helder blauw met hier en daar een wolkje niet groter dan de vuist van een volwassen man. Ik wist niet dat het eind september nog zo zomers kon aanvoelen, de herfst zat al in mijn systeem. Ik verwachtte wind en regen en verlangde naar dikke truien en regenpakken. In plaats daarvan was ik naakt, althans van onderen. Cora deed het lief met haar gretige mond en haar puntige tong. Het liefst had ik mijn dijen wijd gespreid, maar het broekje om mijn onderbenen belette dat. Ik zat in een karretje van de achtbaan dat omhooggetrokken werd om me vervolgens in de diepte te storten. Het hoogtepunt zat ‘m paradoxaal genoeg niet in het hoogtepunt, maar in de val erna omlaag. Niet mijn hart zat in mijn keel, nee, mijn kut, mijn gebefte kut. Van de weeromstuit duwde ik Cora’s hoofd dieper in mijn kruis en kermde de vogels uit de struiken. Daarboven in de hemel, die ik niet meer kon zien vanwege mijn dichtgeknepen ogen, keek God mee. Hij glunderde.

 

Je kon over de dijk, dat was het kortst en het functioneelst. Bijna iedereen reed zo, een sliert van tientallen fietsende scholieren, ‘s ochtends heen, ‘s middags terug. De reformatorische middelbare school in de stad moest het hebben van de rijke kinderschaar uit de dorpen rondom. We fietsten door weer en wind, herfst, winter, lente en zomer, meestal netjes twee aan twee, hoewel met zijn vieren naast elkaar soms ook wel iets had. Pubers willen bij tijd en wijle baldadig zijn en automobilistje hinderen was relatief onschuldig. Sinds mijn twaalfde fietste ik mee in de kinderkaravaan. Tot ik me als verse vijfdeklasser te volwassen voelde voor het jongere grut. Zeker de nieuwe brugklassers fietsten als stuiterballen over de dijk.

 

Het alternatief was de route door de uiterwaarden, een stuk rustiger en veel mooier, maar wel om. Een laantje met ruisende loofbomen, groen omzoomd door grasland zover het oog reikte en rietvelden langs de oever van de rivier. Dat was de weg die Cora en ik namen, rustig peddelend op onze fietsen als het weer het toeliet, genietend van de rust en de natuur en elkaars gezelschap. We kwamen later thuis dan de rest, maar door de fietstochtjes laadden we ook weer op om thuis energiek aan het huiswerk te gaan.

 

‘Weet je hoe ze die ritselende bladeren van de populier ook wel noemen?’ vroeg Cora op een dag toen we het uiterwaardenpaadje fietsten. Ik wist het niet, ik wist niet eens dat die hoge bomen populieren heetten.

‘Vrouwentongen. Het geluid van die bladeren bootst kletsende vrouwen na, snappie?’

Ik snapte het. ‘Beetje een stereotiep kenmerk van vrouwen, vind je niet?’ vroeg ik.

Cora gaf geen antwoord. In plaats daarvan kneep ze in haar remmen.

‘Even in de zon liggen? Nu het nog kan?’

We zetten onze fietsen tegen een hek en liepen door het gras naar de waterkant.

‘We hadden onze bikini’s mee moeten nemen,’ zei Cora, terwijl ze ging liggen in het gras, haar hoofd op haar schooltas.

Ik mocht geen bikini, mijn moeder vond een badpak beter. Netter. Kuiser. Maar ik knikte, wat deed het ertoe wat mijn moeder vond?

 

Cora was de dochter van de dominee bij wie mijn ouders en ik op zondag twee keer naar de kerk gingen. Ze was zittenblijver, had hetzelfde schoolprofiel als ik en belandde op de eerste schooldag naast me in de schoolbanken. Het klikte meteen. Vanuit het niets hadden we duizend en één ding te bespreken. Van de vele kennissen en vrienden die we gemeen hadden tot onze gemeenschappelijke liefde voor de boeken van Ronald Giphart die we gezien de vrijgeestige  inhoud niet geacht werden te lezen. Natuurlijk hadden we het over jongens van wie er zelden een geheel en al overeind bleef in ons oordeel. Te dom, te dik, te puisterig, te verlegen, te stoer.

 

‘Stefan Sappeurs,’ zei Cora, ‘dat is wel een schatje. Ken je hem, hij zit in de zesde, die lange blonde?’

Ik schudde aarzelend mijn hoofd.

‘Wel joh, hij ziet er lekker uit, werkt bij de supermarkt als vakkenvuller.’

‘O, die lange van de Spar.’ Die kende ik wel, hoewel kennen een groot woord was.

‘Die, ja. Lekkere gast. Super grappig ook.’

‘Is-ie van onze kerk? Nee, toch?’

‘God, nee, alsof je in de kerk zulke leuke jongens ziet.’ Ze snoof quasi verontwaardigd.

Dat viel me meteen op aan Cora: ze keek buiten de gebruikelijke kring en gebruikte Gods naam te pas en te onpas. Zeker toen ik haar net had leren kennen moest ik aan dat grove taalgebruik wennen. Haar ‘Jezus’, ‘godsamme’ en ‘verdomme’ waren niet van de lucht. Op de een of andere manier paste het bij haar, die losse manier van doen die wars was van religieuze orthodoxie waarin ikzelf enigszins gevangen leek te zitten. Haar vloeken wende sneller dan ik verwacht had en leidde tot kopiëergedrag. Toen ik op het schooltoilet ontdekte dat ik vroeger dan verwacht ongesteld was geworden, begroette ik het bloed in mijn onderbroek met een welgemeend ‘Jezus.’ En dat voelde niet verkeerd.

 

Ook haar omgang met docenten had dat losse, het zat soms tegen het brutale aan. Niet respectloos en het was ook een beetje ongrijpbaar, zodat ze er meestal mee wegkwam. Misschien kwam het omdat haar vader een gerespecteerd predikant was in reformatorische kringen. Het leek of ze meer kan maken dan andere leerlingen. Misschien om die reden was ze niet populair in de klas. Behalve dan bij mij. Ik realiseerde me dat ik haar op een voetstuk zette, ze had lef en flair, ze was bijna een volwassen vrouw, ook door haar nadrukkelijk zichtbare vrouwelijke vormen. Ik zag leraren die hun ogen niet van haar af konden houden. Stond er niet in de Bijbel dat wie zich liet verleiden al overspel pleegde? Hoe behoudend onze kring ook was, sommige mannen, leraren dus, keken gretig naar borsten en billen.

 

Mijn moeder waarschuwde me soms voor het andere geslacht. Ze had het dan over uitkijken voor sommige jongens. Daar loerde het gevaar helemaal niet. Het waren volwassen kerels van wie we gevaar hadden te duchten. Of gevaar, het was ook wel een ontdekking hoe je als opgroeiende vrouw mannen gunstig kon stemmen met je lichaam. Het had iets geks, maar ook iets spannends. De meeste meisjes in mijn klas maakten er gebruik van, maar Cora spande de kroon. Ze had ook veel te bieden. Vergeleken bij haar was ik een krielkip met ontluikende tietjes.

 

Het summum van mijn eigen vrouwelijkheid had ik eerlijk gezegd niet lang daarvoor pas ontdekt. De biologiedocente in de vierde klas, mevrouw Van Lentz, had het omfloerst gehad over zelfbevrediging. Natuurlijk wist ik dat het bestond, maar mezelf van onderen aanraken als seksuele activiteit, dat deed ik eigenlijk niet. Soms moest ik de verleiding weerstaan, want er waren wel gevoelens daaronder waar ik iets mee wilde. Het gevoel leek soms concreet grijpbaar en aanraakbaar, maar als ik mijn hand in mijn broekje stopte, vond ik gewoon mijn spleetje. Dankzij de biologielerares, die er niet bepaald uitzag alsof ze zelf wel eens masturbeerde - wat ik een heel gek woord vond - ging ik diezelfde middag nog op zoek naar mijn clitoris met een spiegeltje. Dat leidde tot mijn eerste echte zelfbevrediging met mijn eerste echte orgasme. Mijn god, ik was verkocht. God? Ik dacht eerder dat ik handen was gevallen van Satan. Had ik me niet in pure zonde gestort door vingers bij mezelf naar binnen te steken?

 

Zelfbevrediging was ongekend fijn, maar toch hield ik er telkens een schuldgevoel aan over. Knap ingewikkeld. En hoewel ik met mijn moeder echt alles besprak, durfde ik masturbatie niet aan de orde te stellen. De eerste persoon met wie ik het erover had, was Cora. Wie anders? Op onze fietstochten door de uiterwaarden kwam het al snel ter sprake. Niet verrassend, want Cora’s losse stijl betrof ook seks. Seks was haar populairste gespreksonderwerp, misschien ook wel, omdat ze doorhad dat ze mij ermee shockeerde. Hoe kon een meisje uit onze degelijke religieuze kring, dochter van een strenge dominee notabene, zo open en bloot over seks praten? Dat was een gedachte die zich steeds aan me opdrong. Tegelijkertijd voelde het heel bevrijdend. Het leidde ertoe dat ik vaker masturbeerde en dat mijn schuldgevoel en Satan erbij naar de achtergrond verdween.

 

‘Heb je een vrijer?’

We lagen naast elkaar in de warme septemberzon, ieder met een grasspriet in de mond. Het was nog vroeg, er was een lesuur uitgevallen.

‘Niet meer.’ Vrijer was ook wel een heel groot woord voor de omgang die ik had met Guido Achterberg. Verder dan wat kusjes uitdelen was het niet gekomen. Seks met Guido, daar kon ik me niets bij voorstellen. Hij was een knappe knul, maar dat was dan ook de enige kwaliteit die hij had. Een leuk gesprek met hem voeren viel al niet te doen. Dus nee, een vrijer was Guido eigenlijk nooit geweest en het met hem uitmaken was ook geen probleem geweest.

‘Je moet toch een beetje oefenen?’ Cora had zich naar mij toe gedraaid. Haar grasspriet raakte mijn neus.

‘Oefenen in wat?’ vroeg ik naar de bekende weg. Want Cora kennende wist ik welke kant het op zou gaan.

‘Je had je op zijn minst kunnen laten ontmaagden.’ Ze verblikte nog verbloosde toen ze het zei, maar ikzelf kreeg een hoofd als een biet.

 

‘Dus jij bent geen maagd meer,’ hoorde ik mezelf vaststellen.

‘Wat denk je zelf, maagdelijn? Met Stefan ben ik all the way gegaan, hoor. Meerdere keren.’

Ik was perplex, praten over seks was één, het doen echt een andere wereld. Ik viel compleet stil, Cora’s gezicht was vlak bij het mijne. Haar ogen waren helder blauw, ze had sproeten op haar neus en wangen en een littekentje op haar kin.

Ze liet het volume van haar stem dalen tot net boven fluisterniveau. ‘Het was superlekker, de dagen nadat we het hadden gedaan kon ik aan niets anders meer denken, het was echt bizar fijn.’

Nog steeds was ik met stomheid geslagen. Wat zeg je tegen iemand die zoiets intiems vertelt.

‘All the way, meisje, zonder condoom, zonder pil of wat dan ook. Het leven is risico’s nemen.’

Die nonchalance ging me te ver, dat klonk me een beetje te stoer, onverantwoordelijk zelfs. Maar was ik degene die daar iets over moest zeggen? Zij was de vrouw van ons tweeën, een vrouw van de wereld, ik was slechts een meisje, een maagd die nog niks had gepresteerd op het seksuele vlak.

 

‘Hij heeft me gebeft.’

‘Jezus,’ mompelde ik.

‘Nee, Stefan, haha.’ Ze liet zich weer achterovervallen in het gras. ‘Hij befte me en ik pijpte hem. Tegelijkertijd. Weet je hoe ze dat noemen? Standje negenenzestig. Zo lig je erbij, hè, als het getal negenenzestig. Godsamme, wat een goddelijke ervaring. Ik heb zijn zaad geproefd. Echt, hè. Sperma!’

Ik sloot mijn ogen, het was een beetje te veel van het goede.

‘Beetje flauw kwakje, hoor. Flauw en lauw, zo zou ik het willen omschrijven.’

Ik voelde me misselijk worden en ademde diep in via mijn mond.

‘Het is wit, hè, sperma, beetje melkachtig, lobbig, maar dunner dan yoghurt. En niet zuur dus.’

We lagen zwijgend in de zon met onze ogen dicht. Ik voelde Cora’s hand en pakte die. Goor wijf.

 

Cora’s seksverhalen zweefden de dagen daarna onafgebroken door mijn hersenpan. Het deed iets met mijn lichaam en hormonen, een zinderende spanning die ik alleen maar kon stoppen door flink aan mezelf te zitten. Ik herinner me de dag na Cora’s onthullingen dat ik thuisgekomen vol ongeduld met mijn moeder thee dronk, dat ik meteen na de laatste slok met mijn schooltas de trap opstormde (‘Heel veel huiswerk, mam!’) en me boven op mijn kamer half uitgekleed als een bezetene vingerde. Ik smoorde mijn kreten in mijn kussen en realiseerde me toen mijn kolossale orgasme wegebde met grote schrik dat ik mijn slaapkamerdeur niet op slot had gedraaid. Mijn moeder kwam vaak zonder kloppen mijn kamer binnen. Het zweet brak me uit toen ik me probeerde voor te stellen hoe ze mij had kunnen aantreffen. Ik voelde me schuldig tegenover mijn moeder tegen wie ik altijd alles vertelde. Ik was kennelijk in een andere fase van mijn leven beland, de fase van seksuele fantasieën die je niet met je moeder kon delen.

 

Mijn schuldgevoel tegenover mijn moeder kon ik redelijk eenvoudig verhelpen door de rest van de dag behulpzaam en aardig te zijn tegen haar. Dat gaf ons beiden een fijn gevoel. Dan trok ze me soms stevig tegen zich en gaf ze me een dikke kus alsof ik weer haar kleine dochtertje was. De lucht leek geklaard. En ik bedacht me dat het eigenlijk niet ernstig was om mezelf te bevredigen, dat het deel uitmaakte van mijn seksuele leven dat zich in korte tijd en onder invloed van Cora aan me had geopenbaard. Mijn moeder zou toch ook wel eens masturberen? In welk Bijbelboek werd dat met zoveel woorden verboden? En zouden mijn ouders aan orale seks doen? Ik schudde mijn hoofd om zo snel mogelijk dit soort vragen kwijt te raken.

 

Eind september leek de zomer weer op volle kracht terug te zijn. Cora en ik fietsten door de uiterwaarden naar ons plekje, een plukje bomen aan de rand van de rivier, een strook gras onzichtbaar vanaf het weggetje. Onderweg kwamen we niemand tegen, de natuur was van de flora en de fauna, de natuur wás de flora en de fauna. Moeder natuur nam ons op in haar groene schoot. Twee meiden, jonge vrouwen, groen nog, maar wel rijp, van wie de aanwezigheid werd gedoogd. Bij voorbaat voelde het al als een goddeloze middag. Cora bleek een plaid in haar fietstas te hebben. Ze vouwde het uit, nam plaats en schopte haar schoenen uit. Ze keerde haar rug naar me toe.

‘Doe jij mijn rits even?’ vroeg ze alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

Zonder aarzelen trok ik de rits van haar jurk omlaag en onthulde haar naakte huid die werd doorkruist door een wit bh-bandje. Drie tellen later lag ze languit in haar bh en onderbroek.

 

Zonder nadenken of enige schroom volgde ik haar voorbeeld. Daar lagen we, net als vorige keren hand in hand naast elkaar. Hoog boven ons hoofd dreven witte wolkjes voorbij, te klein om de felheid van het zonlicht te dimmen. We zwegen, we waren schijnbaar de rust zelve, want mijn hart bonkte onder mijn linkerborst. Mijn tepels en mijn kruis tintelden.

Was ik lesbisch? Het was niet voor het eerst dat ik dat dacht. Ik was verliefd op Cora, dus was ik lesbisch? Ik was nog nooit gevallen voor andere meisjes, maar jongens interesseerden me niet bijzonder. Cora’s blufferige verhalen over pijpen en neuken met Stefan Sappeurs schokten me, omdat ze een onvoorstelbare intimiteit tentoonspreidden, niet omdat het een jongen betrof. Het was niet zo dat ik verlangde naar een penis in mijn mond of vagina, of dat ik zo graag zaad wilde proeven. Cora’s nabijheid bracht me ontroering, de warmte, de bewegingen en de vormen van haar lijf, haar gezicht, haar sproeten, haar lach, haar stem. Ze was mijn grote zus die me dingen leerde die ik nog nooit geleerd had en graag wilde weten. Ik hield van haar. Ik kneep in haar hand.

 

Die kneep was als het omzetten van een schakelaar. Cora duwde zich omhoog en bracht haar gezicht dicht bij het mijne. Haar lippen proefden zout, haar tong bracht de smaak van geilheid mee, ze duwde met de hare de mijne opzij, haar kus was overweldigend, haar spuug vermengde zich met mijn spuug, het puntje van mijn tong raakte haar tanden en kiezen, het zachte weefsel van haar wang, haar harde gehemelte. Met een plop kwamen we even los, haalden adem en begonnen van voren af aan. Ze blies me nieuw leven in met haar adem in mijn mond. Onze armen lagen om elkaars nek en het leek niet de bedoeling ooit los te laten. Toch deed Cora dat. Haar handen stroopten langs mijn lichaam, ze betastten mijn borsten en belandden via mijn naakte buik op mijn slipje, in mijn slipje, waar de natte waarheid aan het licht kwam.

 

Resoluut trok ze mijn broekje omlaag en zette mijn schaamstreek in het zonnetje. Hier kon en wilde ik geen weerstand aan bieden, het was een systeem groter dan ikzelf, me eraan overgeven, was de enige mogelijkheid. Mijn kutje was Cora’s kutje geworden, ze mocht met me doen wat ze wilde. De eerste aanrakingen waren zacht en teder, zoekende, ontdekkende vingers. Eerst keek ik mee met wat ze deed, steunend op mijn ellebogen, synchroon gevoel en zicht. Ik moest mijn dijen spreiden om haar gemakkelijker toe te laten, ze daalde van mijn venusheuvel het dal in en klom weer omhoog, de ene keer met de volle hand, de volgende rit met grijpende en duwende vingers. Ze spreidde mijn lippen, de toegangsdeurtjes naar mijn vagina en maakte werk van mijn clitoris. Het leek alsof ik zonder handen masturbeerde, mijn vingers lagen werkloos in het gras. Cora keek me aan, haar mond half open, het blonde haar in haar hals bewoog bij iedere beweging die ze maakte mee, als vitrage in de wind. De welving van haar borsten danste in de smetteloos witte bh.

 

Ik keek niet meer, ik gaf me volledig over aan Cora die me zachtjes vingerde en likte. De blauwe lucht was eindeloos en ik tuimelde er doorheen als een op drift geraakte astronaut. Ik hoorde mezelf zuchten alsof een ander dat deed. De weg naar mijn orgasme slingerde zich de berg op, ik verlangde naar het uitzicht dat ik zou hebben, alles zou ik kunnen zien, alles wat mooi en lief was, alles wat geil en vulgair was.

‘Lik me, lik me,’ hoorde ik mezelf totaal overbodig kreunen. Cora deed niet anders, haar tong flitste als een oneindige bliksemschicht. Zelf streelde ik mijn tepels, het was het minste wat ik kon bijdragen aan het bereiken van de top.

 

Mijn klaarkomen ging gepaard met spasmen van mijn onderlijf en gegrom dat achter uit mijn keel kwam. Cora kwam geschrokken overeind, haar mond nog steeds half open, haar tong, het puntje van haar goddelijke tong, naar buiten hangend. Ze zag er onnozel uit zo, lekker onnozel. Het liefst had ik gewild dat ze nog even was doorgegaan, langzaam had afgebouwd, maar ik snapte haar schrik en verwondering voor mijn lichamelijke strapatsen. Mijn orgasme was overal, van mijn kruin tot mijn enkels, in mijn borsten en billen, in mijn kut, mijn benen, mijn armen. Het duurde minutenlang tot de boel weer tot bedaren kwam, hoewel ik me afvroeg of er niet definitief iets aan mijn lijf veranderd was. Of mijn lijf, misschien ging het wel om heel mijn zijn. In het afgelopen kwartier was ik veranderd, gemuteerd in een orgasmebom die elk moment tot ontploffing kon komen, mits men de juiste ontsteking wist te vinden.

We lagen hand in hand op ons rug, ademden tegelijk in en uit. De bladeren van de populieren ritselden in de wind. Vrouwentongen. Vrouwentong. Cora’s vrouwentong die gretig likte. Ik sloot mijn ogen.

 

Uiteindelijk kwamen de regen en de wind, een volwaardige herfst vol dwarrelende bladeren. Het was beter om de kortste route naar school te fietsen, het uiterwaardenpad stond na een paar weken onder water. Ook in mijn hoofd dwarrelde het, gebeurtenissen en ervaringen die maar om aandacht bleven roepen. Door flink op mijn schoolwerk in te zetten kon ik de chaos net meester blijven. Diep van binnen snakte ik naar een vervolg met Cora. Bijna dagelijks bevredigde ik mezelf, driftig en onbeheerst. Natuurlijk probeerde ik mijn heftige emoties te verbergen voor mijn ouders, maar mijn moeder, die me echt door en door kende, vroeg op een dag of het wel goed met me ging.

‘Hoezo?’ vroeg ik, agressiever dan de bedoeling was.

Mijn moeder haalde haar schouders op en gaf me een lieve glimlach.

‘Ik ben lesbisch, mam,’ had ik willen roepen. Maar ik keerde me om en rende naar boven.

 

Ergens midden november diende zich eindelijk een buitenkansje aan om mijn relatie met Cora nieuw leven in te blazen. Mijn ouders zouden in verband met een bruiloft ver weg een nachtje wegblijven.

‘Misschien kun je iemand te slapen vragen,’ stelde mijn moeder voor. ‘Misschien Cora, jullie zijn toch bevriend?’

‘Ja, leuk,’ reageerde Cora. ‘Kunnen we verder waar we gebleven waren.’

Het zou dus geen gewone logeerpartij worden. Dagenlang van tevoren was ik al zenuwachtig. Ik schoor mijn schaam- en okselhaar weg, ruimde mijn kamer op, zorgde ervoor dat mijn bed was opgemaakt met mijn leukste lakens, zocht een nachtpon uit die mooi was en twijfelde over het nut van dat kledingstuk. Zouden we niet de hele nacht naakt zijn?

 

Het was een regenachtige vrijdagavond toen Cora op de stoep stond in het schaarse licht. Haar kapsel was nat en donker, ze druppelde toen ze naar binnenstapte. Ik kreeg nauwelijks de tijd om de voordeur dicht te duwen, zo besprong Cora mij. Onderweg naar boven lieten we kledingstukken achter op de trap en overloop. Ons ondergoed vloog links en rechts door mijn slaapkamer. Voordat ik het wist, lag ik met mijn gezicht diep in Cora’s warme kruis en kuste ik als een bezetene haar schaamlippen. Ik kus haar kut, dacht ik. Het was geen denken, het was doen, ik hoefde niet te denken, alleen mijn mond over haar zachte, natte, roze lippen te laten gaan. Haar kut was net zo kaal als die van mij. Ik duwde mijn tong zover ik kon, likte zo goed ik kon, hapte en kwijlde, sperde mijn ogen open om alles tot mij te nemen wat er tot me te nemen viel. Onhandig schoven we over elkaar heen, dwars over het bed. Cora zoende mijn kutje, ik wist wat we deden.

‘Negenenzestig,’ bracht ik uit.

‘Negenenzestig,’ bevestigde Cora.

 

‘Hebben jullie een beetje kunnen slapen?’ vroeg mijn moeder de volgende dag.

‘Oh, ja hoor, op het snurken van Cora na, haha.’ Ik was zelden zo gemaakt vrolijk geweest. De kater na een nacht van hartstochtelijk vrijen hakte er in. De koppijn was hinderlijk en het verlangen naar Cora’s naakte lichaam onverdraaglijk.

‘Nou, fijn,’ concludeerde mijn moeder.

Boven in mijn slaapkamer controleerde ik voor de zoveelste keer of onze hartstochtelijke nacht geen onverkwikkelijke zaken had nagelaten. Wat had het moeten zijn? Met twee meiden geen last van spermaklodders tegen het plafond of condooms in de planten. Ik lachte, maar wilde eigenlijk huilen.

 

Nog één keer op weg naar de kerstvakantie hadden we seks. Achterin de school waren toiletten waar het altijd stil was. Op een vrijdag, laat in de middag, lieten we nogmaals onze opgekropte seksgevoelens de vrije loop in het meest linker wc-hokje. De wanden waren dun, als er iemand was binnengekomen waren we de klos geweest. Het liep goed af.

 

De kerstvakantie kwam en ik miste Cora meer dan ooit. Ik belde, maar ze was er niet. Ik belde weer, maar haar moeder meldde dat Cora uit logeren was. Stomme trut, daar had ze niks over gezegd. Ze was gewoon twee weken onaangekondigd weg. Onbereikbaar, mobiele telefoons waren er nog niet. Maar ze had verdomme ook mij kunnen bellen. Maar niks, nada, nothing. Dagelijkse radiostilte, eenzaamheid, de schrale troost van de vingers. Ik las boeken, hielp mijn moeder met het huishouden, tafeltenniste met mijn vader in de garage, we sjoelden, wandelden, gingen op bezoek. Soms waren er zelfs momenten dat ik niet aan Cora dacht. Maar in bed, tijdens het masturberen lag ze levensgroot naast me, op me, onder me, haar gretige mond zuigend op mijn clitoris, haar grotevrouwentieten binnen handbereik.

‘Zal ik je anus likken?’ vroeg ze en ik kwam klaar als een vuurwerkexplosie op Nieuwjaar.

 

Op de eerste schooldag na de vakantie was ze er niet. Op de tweede dag ook niet

‘Is Cora ziek?’ vroeg ik aan de docent Nederlands.

‘Ik meen van wel,’ zei hij.

Ik had me zelden meer alleen gevoeld. Ik voelde me verdrietig toen ik thuiskwam en ik huilde toen ik de keuken binnenstapte.

‘We moeten even gaan zitten,’ zei mijn moeder en schonk thee in.

‘Hoezo?’ vroeg ik. Moeders toon was ernstig, er was iets aan de hand, ze wist van mij en Cora.

‘Cora is ergens bij familie in het oosten.’

‘Waarom?’ Ik kon met moeite een snik onderdrukken.

‘Ze krijgt een kindje.’ Moeder hield haar hoofd schuin, haar bezorgde houding. Mijn adem stokte, het kloppen van mijn hart ook. Ik moest gewoon doodgaan. Dit kon niet waar zijn.

‘Een jongen uit het dorp…’

‘Godver,’ vloekte ik, ‘Stefan Sappeurs.’ Ik sloot mijn ogen. Stefan all the way, Stefan met zijn smakeloze zaad. Godver, godver, godverdomme.

 

Wat moeder verder nog vertelde, ging langs me heen. Ik sprong op, rende naar buiten zonder jas, pakte mijn fiets en sjeesde het dorp door. Kou en regen deerden me niet, ik wist wat ik deed, ik wist waar ik heen ging. Ik ramde mijn fiets in het rek van de Spar en vloog de winkel binnen. Bij het schap van de zuivel zag ik hem op zijn knieën zitten. Misschien bad hij de Heere om vergeving voor zijn onzedelijke levensstijl. Waarschijnlijk had hij mij niet opgemerkt, want hij ging door met melkpakken in de koeling zetten. Het pak karnemelk dat ik tegen zijn hoofd knalde, sprong open bij de dop. De witte substantie droop over zijn verbouwereerde gezicht. Het was alsof hij door een buitenproportionele zaadlozing was getroffen.

‘Eikel,’ riep ik.

 

Die avond overviel de griep mij. Althans, de hoge koorts en alle ziekteverschijnselen wezen daarop.

Mijn moeder zat op de rand van mijn bed en streelde mijn koortsige wangen.

‘Mam,’ fluisterde ik.

‘Stil maar, liefje.’

‘Nee.’ Ik kwam overeind. ‘Cora en ik…’ Ik wist wat ik wilde zeggen, maar kon het niet.

‘Ik weet het, liefje. Ik ben je moeder, ik weet van Cora en jou.’

‘Maar…’

‘Dat geeft niet, meisje, dat is goed. Het gaat, zoals het gaat. Sommige meisjes vallen op meisjes.’

Misschien dat het door de koorts kwam, mijn tranen, die rijkelijk vloeiden, waren heter dan ooit.

Mijn moeder was de beste trooster van de hele wereld.

 

 

 

 

 

 

 

Rating: 5 sterren
2 stemmen

Reactie plaatsen

Reacties

Rik
4 maanden geleden

Mooi geschreven. Zou bijna denken dat je het echt zelf hebt meegemaakt.

Renée
4 maanden geleden

Dank voor het compliment. Het is altijd lastig fictie en werkelijkheid van elkaar te scheiden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb