Een verhaal uit corona-tijd
De man aan de bar zei dat hij arts was. Vervolgens dronk hij zijn glas bier in vier slokken leeg. Zijn adamsappel ging driftig op en weer bij het slikken.
‘Doet u ook boosterprikken?’ vroeg ik nieuwsgierig.
‘O, zeker wel,’ antwoordde de arts. ‘Als u wilt, zet ik hem meteen.’ Hij keek veelbetekenend naar de tas op de vloer. Zat daar het vaccin in? Moderna of Pfizer?
‘Oké,’ zei ik.
Hij stond op, ik stroopte mijn mouw omhoog. Hij schudde zijn hoofd.
‘Laten we dat maar niet hier doen.’ Hij keek het café rond. ‘Straks kan ik de hele tent gaan prikken. We lopen even naar het toilet.’
Ik ging voorop, de arts volgde. Zonder die tas overigens. We gingen het toilet binnen.
‘Voor deze prik moet u wel even uw broek laten zakken.’ Hij zei het alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. ‘De booster gaat niet in uw arm,’ verduidelijkte hij.
‘Aha,’ reageerde ik. ‘Broek én onderbroek?’
Hij knikte. Zoals alleen artsen kunnen knikken. Ik vind het geen punt me bij een arts uit te kleden. Wat me wel wat bevreemdde, was dat ook hij zijn broek liet zakken. Toen zag ik zijn spuit. Wat een ding! Voorzichtig bracht hij het aan op de juiste plek. De vaccinaties vorige keren had ik niet zo gevoeld, maar deze prik was totaal anders. De dokter hijgde in mijn gezicht en ik hijgde terug. En toen kwam de booster. Wat een heerlijke booster! Voordat ik het wist, drukte ik uit pure dankbaarheid een kus op de artsenwang. Hij knikte, heel professioneel, pakte zijn spuit en borg hem netjes op.
‘Zo, mevrouw Vanille, dat was het dan.’ Hij waste zijn handen bij het fonteintje. ‘U bent voorlopig gevrijwaard van het virus.’
Terwijl ik mijn onderbroek ophees, zag ik dat er een beetje vaccin langs mijn dijbeen omlaag gleed. Dat zou toch geen kwaad kunnen?
Reactie plaatsen
Reacties