Aberfeldy, hartje Schotland, je weet wel, vlak bij Loch Tay, daar was ik. Zwemmen in het loch (te koud), wandelen in de regen (te nat), bezoekjes aan whiskystokerijen (te zat) en talloze kastelen (meestal ruïnes). Menzis Castle bijvoorbeeld, van de clan MacDonalds, niet van de gele M, maar van de blauwgroene ruit. De oorspronkelijke burcht opgetrokken in de 14e eeuw, verwoest tijdens de talloze oorlogen met de Engelsen in de 18e eeuw, weer opgebouwd in de 19e, verwaarloosd in de 20e en in restauratie sinds 2002. Hè, hè, dat weten we dan ook weer.
Tijdens mijn bezichtiging klonk voortdurend het gejengel van een doedelzak. Eerst dacht ik dat het vanuit speakertjes kwam, maar nee, in een van de torenkamertjes bleek een heuse doedelzakspeler uit zijn dak te gaan. Niet dat ik nou perse een liefhebber van de sound ben, maar hoe die lui dat oergeluid voortbrengen, intrigeert me wel. Dus op mijn hakjes nam ik die honderdtredentrap naar de vliering tot ik oog in oog stond met de uitvoerende artiest, die uiteraard in vol Schots ornaat gekleed ging. De stakker blies zich de wangen bol tot hij klaar was.
‘Hello.’ Ik stak mijn hand op.
‘Hi,’ antwoordde de backpiper, ‘where are you from?’
‘All the way from Netherland.’ Ik wees naar zijn instrument. ‘Is it allright to feel your sac?’ Ik stak mijn hand al uit.
‘The sac? O, the bag, yeah, sure.’
‘I have soft and warm hands. O, what a lovely sac you have.’ Overdrijven is ook een vak, maar vooruit, het was een leuke Schot, rozig hoofd- en baardhaar, sproeten, flinke gok, blosje. Ik wreef zachtjes over zijn zak die best wat stug en harig voelde.
‘And these?’ vroeg ik nieuwsgierig.
‘Oh, these ones are the pipes to blow the air in the bag.’
‘Aha, for the blowjob, so to speak,’ zei ik bijdehand.
Hij kleurde. ‘Well, that’s not how we call it.’
‘O no?’ Ik was oprecht verbaasd. ‘In Netherland we call it ‘pijpen’, almost the same as pipen, I think.’ Ik liet mijn handen over een tweetal blaaspijpen heen en weer gaan. ‘And this is a handjob. Do you do handjobs as well when you pipe?’
De Schot schudde verward zijn hoofd. ‘We just make music.’
‘Can I blow one of your pipes while I sqeeze your sac? To see if I can let you, I mean, let your thing make noise.’
‘The bag you mean.’
Ya, the bag or sac, whatever, you know what I mean, the thing with balls in it.’
Hij hief de doedelzak omhoog. ‘Balls? Ha, there are no balls in it, just air.
‘Balls, air, what does it matter.’ Genoeg geluld, ik boog me voorover, nam een van de pijpjes in mijn mond en zoog.
‘Blow,’ riep de muzikant, ‘don’t suck!’
En verdomd, toen ik blies, klonk het geluid van iemand die met veel lawaai tot een hoogtepunt kwam.
Blij als een kind keek ik op.
‘Amazing, ehm, mister…’
‘MacDonald. You can call me Mac, Mac MacDonald you see.’
‘It sounded so beautiful, don’t you think so, Mac, like someone was having an orgasm.’
Mac lachte besmuikt. ‘You must be joking, miss.’
Ik hoorde andere kasteelbezoekers de trap oplopen. Tot Macs verrassing duwde ik de deur dicht en ging er met mijn rug tegenaan staan.
‘One last question, Mac. They say that a man with a kilt wears no underwear. Is that true?’
Mac verstarde. Ik was duidelijk over een grens gegaan. In plaats van antwoord te geven dook hij naar de deur van de torenkamer. Wat ik niet gezien had, wist hij wel: een sleutel in het slot. Resoluut draaide hij hem om.
Zonder in details te treden wil ik nog dit laten weten van mijn Schotlandreis: in Menzis Castle heb ik ontdekt waar de naam Big Mac vandaan komt. Er kwam geen geluid uit als je erop blies, eraan zuigen had meer effect. En in de zak met het rozige haar zat zeker geen lucht.
Reactie plaatsen
Reacties
Op de één of andere manier lees ik jouw verhaaltjes altijd (vaak) in het openbaar, en wek ik vervolgens met mijn gelach ongetwijfeld de nieuwsgierigheid van mijn omgeving. Supermelig weer. Thank you! 😄