In de routebeschrijving was de brug over de Dinkel aangekondigd als een hoogtepunt op de wandeling die ik liep van Oldenzaal naar het Duitse Bad Bentheim. Ruim 27 kilometer zou ik op het eindpunt afgelegd hebben. Een behoorlijke prestatie, zelfs voor iemand die regelmatig de wandelschoenen aantrekt. Volgens het kaartje op mijn telefoon lag de Dinkelbrug voorbij de helft op de route, dus was ik ruim op schema. Met nog zo’n twaalf kilometer te gaan kon ik nog voor het eind van de middag de trein terug naar Nederland nemen.
Het was heerlijk wandelweer en de natuur lokte lentegroen, het coulissenlandschap toonde wonderschoon en geïnspireerd door het broedse vogelvolkje begeleidde ik mezelf fluitend en neuriënd kilometer na kilometer. Langs de oever van het voor Nederlandse begrippen snelstromende water van de Dinkel stond een bankje in het groen, precies waar ik behoefte aan had. Het was tijd voor lunch.
Net zette ik mijn tanden in een broodje komijnekaas toen er naast mij een vriendelijke stem klonk.
‘Eet smakelijk.’ Een dame met een hondje, begin vijftig misschien. ‘Heerlijk nu, hè.’
‘Goed wandelweer,’ beaamde ik met volle mond.
‘Op weg naar Bad Bentheim?’ Ze ging naast me zitten. Ik schoof mijn rugzak opzij. Het hondje snuffelde aan mijn kuiten. De vrouw pakte het beestje bij de halsband. ‘Niet doen, Fikkie, dat vindt mevrouw niet prettig.’ De hond ging gehoorzaam op zijn achterpoten zitten en hield zijn kop scheef.
‘Zolang-ie maar niet in m’n kuiten bijt,’ grapte ik. ‘Woont u hier?’
‘Al zeker vijf jaar. Villaatje gekocht van de centen van mijn man zaliger. Ik heb alles wat mijn hartje begeert, hoef niet eens meer te werken op m’n eenenvijftigste. Ik lummel me door m’n leven aan de rand van het zwembad met glaasjes prosecco.’ Ze knipoogde. ‘Misschien zou ik ook eens moeten wandelen. De rondjes met de hond kun je nauwelijks wandelen noemen.’
Haar geblondeerde haar glansde in de zon, een zonnebril met grote glazen hing in het diepe decolleté van haar shirtje waarin een pushup-beha haar zware boezem toonde, de naakte rondingen roodbruin, evenals de rimpelige huid erboven. Haar lichamelijke rijpheid bekoorde me, een vrouwenlichaam dat er mocht zijn, getekend door een halve eeuw mensenleven.
‘Wat triest van uw man.’
‘Ach, ja en nee. Zo vaak was hij er niet voor mij. Maar ik mis zijn warme benen in bed. Fijn zo’n kacheltje als je altijd koude voeten hebt zoals ik. Sinds Jans dood draag ik bedsokken.’
Ik zag het voor me, haar voeten - tenen met roodgelakte nagels - tegen de behaarde benen van haar man aan.
‘Maar seks hadden we de laatste jaren zelden.’ Ze keek voor zich uit het weiland in. ‘Ik denk dat-ie ergens een scharrel had. Een jong ding, met alles nog strak en intact.’
Ze draaide haar hoofd naar me toe, haar ogen waren nat. Ik stopte even met kauwen.
‘Zo gaan die dingen,’ zei ze zacht. ‘Heb jij een relatie?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Momenteel niet, nee.’ Het klonk wat zakelijk. Alsof ik overwoog er de volgende dag een te beginnen. Alsof ik mijn relationele leven keurig op orde had. Alsof ik…
‘Mis je de seks dan niet?’ Ze keek me indringend aan met haar fonkelende bruine ogen. Ik slikte mijn brood door en wist niet of ik moest knikken of schudden.
Ze legde een hand op mijn bovenbeen. Ze grijnsde. ‘Ik heb een goede tuinman die mijn tuin af en toe flink op orde maakt, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Ze stond op en zette haar zonnebril op. Fikkie trok ongeduldig aan de riem.
‘Mijn stulpje ligt op je route. Kunnen we zwaaien als je straks langsloopt.’
De billen in haar rok waren in dezelfde orde van grootte als haar borsten. Ze dansten sexy.
Natuurlijk keek ik uit naar haar huis toen ik mijn tocht hervatte, ranseltje op mijn rug, gezicht en armen ingesmeerd met zonnecrème, omdat het zonnetje stak. Al na twee bochten dook een enorm huis op, het kon niet missen dat het haar villa was. Hoe zij heette, wist ik niet, wel de naam van haar overleden man, Jan, en haar hond, Fikkie. Vlak voor ik de oneindige omheining bereikte, zag ik de tuinman staan. Heel even hield ik mijn pas in. De tuinman die haar tuin af en toe flink op orde maakte, wiedde het onkruid. Ook hij stopte even en knikte me toe. Bruine kop, grijs haar, vriendelijke lach. Jezus. Ze boft, dacht ik verbaasd, of jaloers, of… weet ik veel.
‘Als jij de dame bent op weg naar Bad Bentheim, dan moet je even bij Frida langs.’ Hij zei het alsof het de normaalste mededeling was. ‘Druk maar op de bel verderop.’
Zo heette ze dus.
‘Oké. Grote tuin, trouwens.’
‘Enorm. Maar ik ben gek op tuinieren bij Frida.’ Knipoogde hij?
Enigszins verward liep ik langs het hek. Ik moest op een bel drukken, maar waar? Opeens zag ik haar, Frida, haar borsten ferm vooruit, en met een metalen dienblad in haar hand met twee glaasjes bubbelende substantie. Ze leek me op te wachten.
‘Glaasje prosecco, mevrouw de wandelaar? Bad Bentheim is nog ver.’ Ze had haar zonnebril in haar geblondeerde haar geschoven.
Ik aarzelde. Prosecco met nog zo’n eind voor de boeg, zou dat wel goed gaan?
‘Weigeren is verboden. Een glaasje prosecco geeft je vleugels.’
Ik stak mijn hand uit. ‘Volgens mij is dat een ander drankje, maar vooruit. Zolang ik niet bij ieder huis dat ik passeer alcohol drink, moet het te doen zijn.’
Terwijl ik mijn eerste slokje nam van de koele versnapering en Frida vrolijk met mij meedeed, opende zij het hek.
‘Je moet even komen kijken naar mijn paleisje. Heb je thuis iets om over te vertellen.’
Al drinkend en kletsend liepen we om het huis heen dat gewoonweg enorm was. Veel witgepleisterde bakstenen en brede raampartijen, en vooral een giga tuin. Die tuinman moest een dagtaak hebben aan al dat groen. Het verbaasde me niet dat verderop een tweede tuinman aan het werk was. Een jonge kerel, donker als de nacht en grote witte ogen die mij nieuwsgierig aankeken.
‘Hallo,’ groette ik en nam een slokje.
‘Hier is dan het zwembad, prachtig op het zuiden, altijd volop zon.’
Voor Frida en mij strekte zich een sfeervol terras uit. Blauw zwembadwater schitterde me oogverblindend tegemoet, ik moest sowieso knipperen om alles te bevatten. Het zag er adembenemend uit, zo strak als het was aangelegd en door groen omzoomd. Een drietal reusachtige parasols bedekte de tegels met aantrekkelijke schaduwpartijen waaronder ligbedden met gestreepte kussens in vrolijke kleuren uitnodigend lonkten. Als Bad Bentheim niet riep, had ik best willen gaan liggen.
‘Je mag het zwembad best even uitproberen, eh…, ik weet niet eens hoe je heet.’
‘Renée,’ stelde ik me voor. ‘Als ik daaraan begin, Frida, dan haal ik het einddoel nooit.’
‘Dan rijdt Tim je toch een stukje.’ Frida knikte naar de jonge tuinman. ‘Hij rijdt je met plezier.’ Ze gaf me opnieuw zo’n grijns. ‘Kom in elk geval even zitten. Of liggen zo je wilt.’
Uit beleefdheid nam ik plaats op een ligbed. Ik moest de prosecco niet te snel drinken, ik voelde de alcohol in mijn benen zakken. De rugzak gleed op de terrastegels.
Waar Frida zo snel de fles vandaan haalde, was me een raadsel. Voor ik er erg in had, was mijn glas alweer gevuld.
‘Dat moest ik maar niet doen, Frida, ik voel het nu al zitten.’
‘Kom op, R, op één been kun je niet lopen. Zeker niet naar Bad Bentheim.’
R? Peinzend nam ik toch een slok. Waarom noemde ze me R? Het zwembadwater kabbelde aanlokkelijk.
‘Kijk eens aan, je weet er raad mee.’ Frida had naast me plaatsgenomen. ‘Beloof dat je me helpt om de rest van de fles ook leeg te drinken.’ Ze nam een flinke slok uit haar glas waarvoor ze wel tweemaal moest slikken. Haar hand lag in de holte van mijn rug. Een aanraking die me niet verontrustte, eigenlijk wel vanzelfsprekend aanvoelde, maar een grens over ging zonder dat ik aan kon geven welke. Dat is wat prosecco doet, of eigenlijk de alcohol, of eigenlijk wat alcohol met mij doet als onervaren drinker. De scherpe contouren gaan er vanaf, de focus vertroebelt, je kunt wel denken, maar de rechte lijn ontbreekt. Moest ik nog wel inzetten op Bad Bentheim, was een vraag die zomaar opdoemde, of was dit terras ook wel leuk, zo met Frida, op zo’n bedje, prosecco, de tuinmannen, het zwembad? Zaten die wandelschoenen wel zo lekker als ik steeds dacht of moest ik ze misschien even uitdoen? Bad Bentheim liep niet weg. Als ik over een uur verder zou lopen kwam ik ook nog op tijd aan, voor het donker, voor de laatste trein. Trouwens, had Bad Bentheim geen hotelletje of zo?
‘Je kunt gewoon naakt gaan,’ zei Frida.
Pardon, had ik iets gemist in onze conversatie? Wat naakt, hoe naakt?
‘Zwemmen bedoel ik,’ zei Frida. ‘Dat doe ik zelf ook zo vaak, geen mens die je hier ziet.’
Ik keek om naar Tim die op zijn schoffel leunde.
‘Die tuinmannen zijn wel wat gewend; bovendien, ze moeten tuinieren uiteraard. Wieden, maaien, zaaien, dingen in vruchtbare bodem steken…’ Weer die grijns.
Ik grijnsde mee. ‘Hoe meer er naakt gezwommen wordt, des te meer er gezaaid gaat worden,’ giechelde ik. Dat was nog zo’n effect van prosecco, giechelen. Ik nam weer een slok. Limonade met alcohol. Met het naderen van de fles hield ik mijn hand op mijn glas, trok hem meteen weer weg en giechelde toen Frida het spul over de rand liet spoelen.
‘Goed spulletje,’ complimenteerde ik. De onnozele die een boer liet. We giechelden samen.
‘Kom,’ zei Frida, ‘uit met die kleren, R.’
‘Ondergoed niet,’ riep ik.
‘Preutse teef,’ lachte Frida, terwijl ze mijn shirt over mijn hoofd trok.
‘Ik ben niet preuts en zeker geen teef,’ protesteerde ik quasi-beledigd toen ik mijn short losmaakte en liet zakken. Ik schopte mijn schoenen uit en sjorde mijn sokken laag.
‘Je onderbroek zit in je kneep, liefie, doe ‘s goed.’
Ik fatsoeneerde mijn onderbroek. ‘Zo goed, F?’
‘Je bent heerlijk, wijfie, ga maar lekker liggen.’ Frida liet haar ogen gretig over over mijn lijf gaan.
‘Ben je lesbisch?’ flapte ik eruit.
‘Niet perse, R, ik ben alles en ik ben niets. Ik ben vooral geil. En dat vooral na een paar glaasjes prosecco. En jij?’
‘Ik geil?’ Ik riep het meer dan dat ik het zei. Alsof ik schrok van de vraag. Ik ging snel rechtop zitten. F kwam me iets te dichtbij. F? Frida dus.
‘Ik duik er toch maar even in.’ Onbeholpen stond ik op, stootte mijn glas om en waggelde onzeker naar de zwembadrand. Zou ik of zou ik niet? De duw van F liet me over het randje tuimelen. Het leek alsof ik geen eigen beslissingen meer kon nemen.
Het water was fris, verhelderend fris. Eenmaal proestend boven water wist ik weer wat ik me had voorgenomen: ik zou naar Bad Bentheim wandelen, 27 kilometer. 27 fucking kilometers lang door bos en veld, paden op, lanen in, vooruit met flinke pas. Het water uit mijn haar droop over mijn gezicht, het vertroebelde mijn blik, ik moest flink knipperen om te constateren dat Frida juist op dat moment haar beha loshaakte en haar borsten de vrije teugels gaf. Ze rolden eruit als koeien die hupsend en springend de wei betreden na een winter van opsluiting in de stal. Frida’s lachje klonk haast dreigend en het leek me veiliger naar de andere kant van het bad te crawlen. Daar was een trapje, daar kon ik eventueel, mocht het nodig zijn, ontsnappen. Maar wie dook daar op vanuit het niets, met een kruiwagen uitpuilend van onkruid? Tuinman 1, die met het grijze haar, die Frida’s tuintje af en toe op orde bracht, knipoog, grijns, wink wink. Ik stak mijn hand op en zwaaide. Waarom zou ik in godsnaam zwaaien vanuit een zwembad waarin ik rondzwom in mijn ondergoed? Naar een tuinman die tuintjes deed.
Een ware plons deed me omkijken. Het moest Frida zijn die daar onder water naar me toe kwam zwemmen. Ik hoorde hoe de tuinman de kruiwagen neerzette, zag hem bij het trapje staan, geen uitweg mogelijk. Hij trok zijn trui uit. Hè, ja echt, zijn trui en het T-shirt eronder. Harige borst, harige benen, harige… jezus. Klompen vlogen rond, zwarte sokken volgden.
‘Hé, R-etje.’ Frida watertrappelend op minder dan een meter. Het heldere water dat geen geheimen kende, geen ondergoed voor Frida in elk geval. Een nieuwe plons, een waar bommetje, een tsunami overspoelde Frida en mij. Zij lachte, hij ook, ik hing tegen de kant, voelde mijn onderbroek lubberen, mijn sportbeha lossig om mijn borsten.
‘Lekker?’ vroeg de tuinman op een manier die suggereerde dat het nog lekkerder kon. Op links een nieuw personage in de soap: Tim, the black gardener. Zo had hij kleren aan, zo niet meer, zo lag hij in het water. Bad Bentheim waar ben je als ik je nodig heb?
We hingen op een rijtje aan de zwembadrand, soort van ontspannen.
‘R is wat preuts, boys, maar dat komt wel goed met nog een glaasje prosecco,’ zei Frida met een vals lachje.
‘Prosecco is een prima smeermiddeltje,’ vulde de tuinman aan.
‘Ik wil je wel rijden,’ lispelde Tim in mijn oor, ‘als je wilt.’ Zijn schouders waren breed, zijn bovenarmen gespierd. De waterdruppels lagen op zijn zwarte huid.
Zo zei iedereen wat, behalve ik. Ik nam de vlucht naar voren, dook weg en crawlde naar de overkant. Met drie volgers achter me aan. Ik tikte de kant aan en zwom terug. Uitputten zou ik ze, niemand had mijn conditie, het uithoudingsvermogen van een langeafstandswandelaar. Oldenzaal - Bad Bentheim, peanuts. Weer kwam ik als eerste aan aan de overkant, opvallende tweede: Frida. Ze zwom tegen me aan, trok zich op aan de rand en duwde haar naakte lijf tegen me aan.
‘Ontsnappen zal niet lukken, liefie, dat wil je ook helemaal niet. Daar is het trapje, daar klimmen we op, dan lopen we terug naar de ligbedden, daar gaan we lekker liggen en laten onze tuintjes doen. Capito?’
Toen ik het trapje besteeg, trok Frida heel flauw mijn slipje omlaag. De tuinmannen joelden en floten.
‘Stevige wandelbillen, R,’ becommentarieerde Frida, ‘mooi!’
Mijn in het zwembad drijvende onderbroek deed me beseffen dat meebuigen met het riet misschien een betere tactiek was dan me overal tegen verzetten. Ik slingerde mijn kleddernatte sportbeha het zwembad in en huppelde - huppelde? - naar de ligbedden waar wonder boven wonder een stapel kwaliteitshanddoeken was neergelegd. De verklaring voor dat fenomeen liet zich raden: achter de ligbedden stond een meid, mediterraan uiterlijk, lang zwart haar, in een soort van schort, wit, met knopen aan de voorkant, nette zwarte schoentjes. Ze staarde me aan alsof ze nog nooit een naakte vrouw gezien had. Misschien was dit inderdaad haar eerste keer. Hoewel, ze moest toch een spiegel hebben, hoewel, Frida scheen hier vaker in evakostuum rond te scharrelen, hoewel, twee naakte kerels waren toch veel ongebruikelijker?
‘Bedankt,’ mimede ik en wikkelde me in zo’n handdoek. Ze knikte me minzaam toe, arrogant eerder, afstandelijk in elk geval.
Nog maar net had ik me op mijn ligbed geposteerd toen de naakte goegemeente zich ook druipend afdroogde met zo’n handdoek. Ze stonden om me heen alsof ze wilden laten zien hoe goed ze zichzelf konden afdrogen. Of misschien gaven ze alleen maar toe aan hun exhibitionistische neigingen en gaf het ze een kick als ik ze bekeek. Wat zij niet wisten, was dat ik ongevoelig was voor provocerende geslachtsdelen en wat dies meer zij. Ik had jaren als winkelmeisje in een slagerij gewerkt en daar het een en ander voorbij zien komen aan vleeswaren. Nam niet weg dat zowel tuinman 1 als Tim qua apparaat flink uitgerust waren en dat ook Frida rijkelijk bedeeld was inzake erotische parafernalia.
‘R,’ zei Frida, terwijl ze omstandig de handdoek door haar bilnaad ragde, ‘Manouka hier neemt je graag even mee de sauna in. Als je het leuk vindt zijn ook de tuinmannen van de partij.’
Ik keek niet meer op van zo’n voorstel, met Frida kon je alles verwachten. Manouka wenkte met haar hoofd, er zat iets dwingends in, iets waartegen ik geen weerstand kon bieden. Ik stond op, liet de handdoek van me afglijden en volgde de bekoorlijke Manouka een trapje af de villa in, op de voet gevolgd door de tuinlui. Het keldergedeelte bleek een royale wellnessruimte met bubbelbad, stoomcabine en massagetafels en maar liefst twee sauna’s. Manouka opende de deur van de infraroodsauna en liet ons erin. De hitte sloeg me tegemoet en al toen ik me uitstrekte op de houten planken transpireerde ik als een otter. Vaagweg was ik me bewust van de anderen, de mannen die naakt om me heen lagen. Vaagweg was ik me ook bewust van hun inmiddels gezwollen geslachtsdelen. Alles was heet, zij waren heet, ik werd het ook. Het was fijn dat ook Manouka zich had uitgekleed en zich bij ons voegde. Zij was mooi met een hoofdletter M en ik begon geil te worden met een hoofdletter G.
Hoelang ik had zitten suffen op het bankje aan de Dinkel wist ik niet. Ik was blijkbaar toe geweest aan een powernap, 27 kilometer ging niet in de kouwe kleren zitten, hoewel ik de helft pas gelopen had. Verkwikt stond ik op en schudde mijn hoofd. Wat kan een mens toch rare dromen hebben. Ik keek om me heen, er was geen kip te bekennen en dus kon ik ongestoord mijn broek laten zakken voor een dringende plas. Wandelen met een volle blaas was nogal irritant.
‘Entschüldigung.’
Verdomme, een vent. Met een telefoon in zijn hand. Hij stond ongegeneerd mijn blote kont te fotograferen!
‘Hallo, was machst du da!’ Wat een eikel. Vlug hees ik mijn broek op. ‘Findest du das normal, oder etwas!’
‘Nein, nein, es ist nicht was du denkst, ich hatte ein Anruf. Aber ich war zu spät mit aufnehmen. Ich machte keine foto von deine Fotze. Das würde ich niemals tun. Und die foto danach schämloss nach al meine contacten schicken. Bitte glaubst mir doch.’
Ik slingerde mijn rugzak op mijn rug. ‘Viespeuk.’ Ik vervolgde mijn pad, Bad Bentheim zou in twee uur te doen moeten zijn.
‘Warte, ich will mich vorstellen. Ich bin der Hans. Hans von der Schwanz.’
Wantrouwend keek ik achterom. Hans was een lange slungel in een krappe glimmende gymbroek en een polo van Lacoste. Fluoriserend groene wandelschoenen. Rugzak. Opvallend witte benen. Hans von der Schwanz?
‘Spazierst du auch nach Bad Bentheim?’ vroeg hij.
‘Ja, aber allein,’ zei ik beslist.
‘Das ist schade, zu zwei ist so viel “gesälliger” wie die Holländer sagen.’
Ik draaide mij om en maakte vaart. ‘Auf wiedersnitzel, Hans mit deiner Schwanz.’ Ik lachte snuivend. Ha, Schwanz, kom op.
‘Aber, aber, ich bin wunderbar in Fotze lecken! Ik kann dich empathisch in deinen Aarsloch spritzen. Bitte, bitte.’
Ik liet hem smekend achter. Het was een wandelaar van niks. Ik passeerde een enorme villa waar een tuinman bezig was.
‘Hallo,’ riep ik enthousiast.
Zonder dat ik het wist, passeerde ik de grens van Duitsland. Ik zou naar Bad Bentheim lopen. En dat deed ik.
Reactie plaatsen
Reacties