Voorafje of toetje

Gepubliceerd op 6 oktober 2022 om 08:39

Restaurant Klein Groningen, ken je dat? Een gezellig tentje in Amsterdam. Betaalbaar en lekker eten, biologisch, veel vegetarische dingetjes, goede toetjes, lekkere wijn. Prinsengracht of zo, nee, Herengracht. Op een hoekje. Google het even.

Het was alweer een tijdje terug dat we uit eten waren gegaan. Corona, hè. Even wennen, hoor, al die bezette tafeltjes. Koen en ik zaten boven bij Klein Groningen, het was er best warm. Gelukkig had ik een bloot jurkje aan. Koen zat er minder luchtig bij: overhemd en colbertje, en, hem kennende nog een T-shirt onder dat overhemd ook. Zijn hoofd was knalrood, maar dat had-ie altijd, warm of niet warm. En maar turen op zijn telefoon.

 

‘Gezellig,Koen.’

‘Sorry, eventjes, die lui blijven maar appen.’

‘Fuck die lui, je hebt toch weekend, je bent met mij op stap.’

‘Ja, ja, ja, even dit afmaken.’

‘Leg dat ding weg, concentreer je op de kaart. Wat neem jij vooraf? Ik die salade met geitenkaas, denk.’

Om mijn keuze kracht bij te zetten nam ik een flinke slok witte wijn, lekker koud, lekker fruitig. Ik keek rond, elk tafeltje was bezet, veel stelletjes, verderop een groter en luidruchtiger gezelschap. Kerels met harde stemmen. Bierdrinkers, moppentappers, lachers op een te hoog volume.

 

Koen keek op zonder me te zien.

‘Klaar?’

Hij schudde zijn hoofd en draaide het weer richting telefoon.

‘Jezus, Koen.’

‘Bijna, bijna…’ Hij tikte nadrukkelijk zijn schermpje aan. ‘Zo! Verstuurd!’

‘Hè, hè. Kies wat van die kaart.’

Zijn blik bleef op zijn telefoon gericht.’

‘Koen!’

‘Nee, hè, sodemieters!’ Zijn vingers tikten op olympische snelheid, zijn gezicht stond op onweer. Mijn zucht van ergernis drong niet tot hem door.

 

‘Weet u al wat u wilt bestellen?’ Het was nog een grietje dat de bestelling kwam opnemen.

‘Momentje nog, meneer is er nog niet uit.’

Het kind keek me meelevend aan, haar glimlach bevatte milde spot.

‘Nog een wijntje dan?’

‘Doe dat dan maar.’ Ik overhandigde haar mijn lege glas.

Aan de luidruchtige mannentafel kwamen ze niet meer bij. Hun lach werkte aanstekelijk. Of ik wilde of niet, ik moest meelachen. Ze waren met zijn zessen. Ergens in het midden zat een leuke wat jongere knul. Kort haar, tweedagenbaardje. Ik ving zijn blik, hij de mijne. Hij hief zijn bierglas op naar mij, ik mijn nieuwe volle wijnglas. Vervolgens had ik de aandacht van de hele tafel. Alle glazen gingen omhoog, de herrie bereikte een nieuw plafond, er was nog nooit zo hard gelachen. Al die aandacht, ik bloosde ervan. Koen tikte stug door, verwoed, compleet in zijn eigen wereldje.

 

Ze bleven omkijken die mannen, mijn wangen gloeiden en dat lekkere ding hield me in de peiling. Of ik hem. Het was wederzijds, kwam van twee kanten. Hij had pretoogjes.

‘Dat zal ze leren,’ gromde Koen en klapte het hoesje van zijn telefoon dicht. Meteen meldde zich met een subtiel piepje een nieuw bericht. 

‘Kaart, Koen! Maak een keus, anders doe ik het.’

Hij hoorde me niet, schudde zijn hoofd tijdens het lezen van de tekst.

 

Die gozer keek nog steeds, liet het niet bij kijken alleen, knipoogde ook. Vrijpostig ventje. Ik zat hier met mijn partner notabene. Ik haalde een hand door mijn haar en schudde mijn oorhangers. Hoe knipoogde je ook alweer? Het was echte lebberwijn, je dronk het als limonade, het steeg naar je hoofd en zakte in je benen. Aparte lampen hingen er aan het plafond, flesjes met een gloeilamp erin. Hoe zouden ze dat voor elkaar hebben gekregen. Ik liet een vinger langs mijn decolleté glijden. Heerlijke wijn. De knul keek nog steeds, haha, weer dat glas omhoog, ja hoor, proost maar weer. Grappige jongen. Middelvinger in zijn mond, haha, in en uit zijn mond, pfff, nou nou.

 

Koen vingerde op zijn beeldscherm. Verslaafde sukkel. Kon dat nou echt niet wachten. Waren we voor het eerst sinds maanden weer eens in een bistrootje, Klein Groningen, Keizersgracht, nee, Herengracht, ergens bij de negenstraatjes, er zit zo’n seksshop in dat buurtje, met van die ordinaire dildo’s in de etalage, paars, roze, rood, mijn god, wat een ranzige boel.

 

Hé, waar was die knul? God, daar kwam-ie, rakelings langs ons tafeltje, zijn natte middelvinger raakte mijn naakte bovenarm, subtiel, er bleef hooguit een druppeltje achter, een beetje voorvocht.

‘Als jij nou wat uitzoekt, Koen, dan ga ik even plassen.’

Het was een steile trap van de eerste verdieping naar de begane grond. Vandaar daalde de trap nog verder af naar de toiletten. Het viel allemaal niet mee op hakken. Gelukkig was er een leuning. Het gangetje beneden was schemerachtig en telde drie deuren, een met een mannetje, een met een vrouwtje en een met een mannetje en een vrouwtje. Die deur stond op een kier. Binnen brandde het licht. In de weerkaatsing van de spiegel zag ik hem staan, zijn ogen op mij gericht. Ik glipte naar binnen en draaide de deur op slot. In de toiletruimte stonden we naast elkaar voor de spiegel.

‘Ik ben al toe aan het toetje,’ zei hij. Zijn gezicht vertoonde een big smile.

‘Ik pas aan het voorafje.’

De vingers van mijn rechterhand verstrengelden zich met vingers van zijn linkerhand.

 

‘Ben je daar eindelijk.’ Koen keek geïrriteerd.

‘Sorry, druk op de plee.’

‘Ik neem courgettesoep, daar komt dat meisje al.’ Hij wenkte ongeduldig met zijn hand. Ze noteerde zijn soep.

‘En u, mevrouw?’

‘Doe mij maar oesters. Is dat met een sausje? Doe dan maar lekker veel saus.’

Ik keek naar de mannentafel. Ze waren stiller dan voorheen, ze aten hun toetje. De leuke knul knikte me vriendelijk toe.

Mijn kruis was nat en tintelde warm.

 

 

 

 

Rating: 4 sterren
1 stem

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb