Net op tijd sprong ik aan boord van de stoptrein naar Brussel-Noord. Met een klap sloten de deuren achter mij. De eersteklascoupé was leeg op een bejaard dametje na die een boek las. Ze keek op, keek naar hoe ik mijn te zware rugzak afwierp en draaide haar blik door de smerige ruit naar buiten. Naast mijn rugzak plofte ik neer, viste mijn waterfles eruit en nam een paar grote slokken. Met mijn sjaal droogde ik mijn bezwete voorhoofd. Vervolgens gaf ik me over aan de cadans van de trein, het schommelen, het slingeren, de trillingen.
De kerel die schuin tegenover me plaatsnam, was aan zijn kleur te zien misschien wel van Afrikaanse origine. Zo donker zag je ze zelden, zelfs niet in de Brusselse metropool. Hij droeg een brilletje met een gouden montuur en niet al grote glazen. Vanachter dat glas keek hij me even aan en knikte. Hij trok de oranjebruine sjaal rond zijn nek los en ritste zijn jas open. Het witte overhemd eronder contrasteerde met zijn zwarte huid. Hij mocht er zijn.
Weinig subtiel spreidde ik mijn dijen. Als hij goed oplette, moest hij het witte kruisje van mijn string kunnen zien. Maar lette hij goed op? Met zijn linkerhand rommelde hij in een jaszak, haalde er een pakje kauwgom uit en stak er een in zijn mond. Ik wist het: het leven is prioriteiten stellen, wie liever een kauwgumpje neemt, kan niet ook tussen gespreide benen naar een vrouwenkruis kijken. Of toch, keek hij toch?
Vanuit het niets stond hij op en zag niet dat zijn sjaal op de grond gleed. Het pakje kauwgom dat hij me voorhield, was roze. Aardbeiensmaak misschien, of frambozen. Ik nam er per ongeluk twee, hield ze vragend in mijn handpalm tot hij toestemming gaf ze allebei te nemen. Ik slingerde mijn hand naar mijn mond, zodat beide kauwgumpjes in mijn mond terechtkwamen. De eerste kauw klonk krakend en gaf de smaak en geur van frambozen vrij. Er stroomde speeksel door mijn mond.
Alsof het een pakje kauwgom was, tilde de man mijn rugzak in het bagagerek, nam naast me plaats, stond weer op en raapte zijn sjaal van de vloer. Weer terug bij mijn plek trok hij zijn jas uit en hing die aan het haakje bij het raam. Opnieuw nam hij plaats. Zijn overhemd was smetteloos wit. Hij droeg een zwarte ribfluwelen broek met een brede riem. Op het moment dat zijn billen de nep leren bekleding raakten, gaf de treinstoel een zucht van verlichting.
We kauwden en gaven een zoete frambozengeur af. Al die tijd hield ik mijn dijen gespreid. Mijn rokje spande strak tussen mijn benen, koele lucht streelde mijn naakte huid. Alles goed en wel, maar op zijn nieuwe plek had kauwgomman weinig zicht op mijn string. Zijn kaken maalden driftig. Net als die van mijzelf trouwens. Natuurlijk was ik me ervan bewust dat ik smakte, maar kauwgum kauwen met open mond vond ik nou eenmaal lekkerder. Dat kon toch? Wat was er mis mee?
Zijn zwarte hand op mijn witte huid voelde bij eerste aanraking al vertrouwd. De vingers met de verzorgde nagels volgden de ronding van mijn knie. We draaiden onze hoofden naar elkaar toe. Hij kauwde ook smakkend met open mond. Heerlijk, die solidariteit. Vingertoppen streelden vriendelijk het zachte vlees aan de binnenkant van mijn dij. De trein minderde vaart met piepende remmen. Een leeg perron doemde op.
Bij het optrekken had ik zijn gulp opengeritst. De wijkende ritsdelen gaven een roze onderbroek prijs. Was dan alles frambozen aan die man? Mijn vingers onderzochten of dat zo was. Hoe voelen frambozen? Zacht. Dit was niet zacht! Dit was anders.
Luttele centimeters scheidden onze smakkende monden, zijn en mijn natte lippen. We keken elkaar diep in de ogen, zijn pupillen achter brillenglas waren zwarte gaten waar ik in tuimelde. Er krabde een vingernagel aan mijn vochtige kruisje.
In een weiland zonder koeien begon de trein stapvoets te rijden. Een luidsprekerstem deed een onverstaanbare mededeling. Mijn kauwgommaatje stroopte mijn broekje laag, zelfs mijn sneakers vormden geen beletsel het kleinood uit te trekken. Verbazingwekkend huiselijk vouwde hij het op en stopte het als een pochet in het borstzakje van zijn overhemd, wit op wit. Ondertussen tilde ik mijn billen op om mijn rok omhoog te vouwen en zodoende het speelveld vrij te geven. Ik druppelde op de treinstoel, maar deed het niet expres.
Met zijn vingers op een kluitje wreef hij me, wat een aangenaam gevoel veroorzaakte dat me niet onbekend voorkwam. Het deed mijn ademhaling versnellen, mijn ogen sluiten en mijn bekken kantelen. Zodat zijn tengels nog meer ruimte kregen om het portaal van de hemel te betreden. Zijn strelen was zo ongewoon beheerst en nauwkeurig dat ik begon te druipen als gletcher in de zon. Nooit eerder was ik zo vloeibaar geworden als in die trein naar Noord-Brussel.
Ik zocht en vond zijn van frambozensmaak doordrenkte mond en plaatste mijn lippen erop. In de sappen die we uitwisselden spoelden de stukken kauwgom dan weer in mijn mond en dan weer in de zijne. We kwijlden ons gezamenlijke spuug en hij vulde de palm van zijn hand met mijn geil. Verwarmde boter was ik en mijn verlangen naar zijn bruisende zaadfontein groeide met de seconde. De riem van zijn broek was van soepel leer, de gesp rinkelde feestelijk toen ik hem lostrok.
Ik moest mijn frambozenmond wijd opensperren om zijn knaap binnen te laten. Het was een heerlijk dierlijk ding dat om een beestachtige behandeling vroeg. Hij was krom en bijna zwart, net als de kaalgeschoren zak waarin zijn kloten dartel dansten op het ritme van mijn behandeling. We gingen gelijk op: de trein die stampend zijn snelheid hervond, de penetrerende vingers van frambozenman en mijn jaknikkerskop.
Opeens was daar dat bejaarde dametje dat ik bij binnenkomst had gezien. Haar vorsende blik had nauwelijks effect op onze bezigheden. Ongestoord hield ik ‘s mans orgaan stevig beet om doeltreffend aan de dikke kop te zuigen, terwijl zijn hand mijn kletsnatte bron van liefde tot ongekende hoogten stimuleerde.
‘Attention, le conducteur!’ prevelde ze met haar oudewijvenstemmetje. Aan haar blik te zien was het menens. Er was een kaartjesknipper in aantocht, een kerel in uniform, die zeker bezwaar zou maken met wat frambozenman en ik flikten. Hij trok zijn hand al terug. Het was maar beter dat ik zijn voorbeeld van seksuele onthouding volgde om gedonder te voorkomen.
In afwachting van de controleur trokken we jassen en tassen op schoot. In het gangpad bleef de dame op de uitkijk staan. Moesten we haar bedanken? Als onze reddende engel? Die had voorkomen dat we de trein uitgezet werden, of nog erger, dat we voor zedeloos gedrag in het schavot waren beland? Af en toe wierp ze een blik op ons, de onbezonnen jeugd die het leven lieten beheersen door hormonen. Die het te pas en te onpas deden met Jan en alleman. Ik slikte mij kauwgom door.
Daar was-ie. Nee, ze, een conductrice, een boomlange vrouw met een NBBS-petje op haar lange zwarte haar. Ze keek wat argwanend naar onze samenscholing, maar kon niets onbetamelijk ontdekken. Ze scande onze kaartjes, zei ‘merci’ en verdween door de schuifdeur. Mijn hand had zijn harde roede alweer te grazen.
‘Attend,’ fluisterde hij. Zijn ogen waren vriendelijk.
Op station Bruxelles-Nord stapten we uit: frambozenman met mijn rugzak, ikzelf (met niks onder mijn korte rok) en de oudere dame. Ze dribbelde achter mij aan, terwijl ik op mijn beurt mijn mooie zwarte kerel volgde. We gingen trappen op en gangen door, we passeerden een hal met loketten en daalden trappen af. Het was stil waar we kwamen, donkerder ook. Achter me hoorde ik het wijfje hijgen. We vormden een merkwaardig trio, een moeder, een dochter en een zoon. Zoon? Een geadopteerde zoon dan toch gezien zijn donkere huid. Helemaal aan het eind van een gang waar een tl-buis flikkerde, ontsloot framboos een deur. Het was een kantoortje met talloze opgestapelde verhuisdozen, kale muren en een bureau met een draaistoel.
Naakt lag ik voorover op het koude bureaublad, mijn borsten geplet. Hij neukte me achterlangs in een strak oplopend ritme, mijn billen tussen zijn vingers geklemd, zijn duimen op mijn poepgat. Het geluid van zijn ademhaling klonk raspend, het ging gelijk op met mijn steunende kreetjes. Ik lag met mijn linkerwang op het bureau en als ik mijn ogen opende, zag ik het bejaarde mensje op de bureaustoel. Ze hield een iPhone vast tussen beide handen en filmde wat we deden. Op dat moment wilde ik maar een ding: klaarkomen. Nee, twee dingen, samen klaarkomen, ik gunde frambozenman zijn finest hour. Ik had een kwaliteitskut, die gunde ik iedereen, maar vooral hem.
Hij spoot zijn warme zaad over mijn billen. Het dametje knorde tevreden. Ik kwam luidruchtig klaar.
maandag 25 november 2024
Reneé Vanille
Bruxelles-Nord
Reactie plaatsen
Reacties